24739 |
stam uit een haag |
heggenstok:
eigen spellingsysteem
hèkkesjtok (Q032p Schinnen)
|
Een stam uit een haag (port). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24579 |
stam van de boom |
stam:
sj’tàm (Q032p Schinnen),
eigen spellingsysteem
sjtam (Q032p Schinnen),
WLD
sjtam (Q032p Schinnen)
|
Het deel van een boom van de wortels tot aan de takken (stam, bol). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24728 |
stam van de knotwilg |
kopwijde:
kopwie(ë) (Q032p Schinnen)
|
de ± 2 m. hoge stam van de knotwilg [DC 13 (1945)]
III-4-3
|
22730 |
standbeeld |
standbeeld:
sjtanbe.əlt (Q032p Schinnen)
|
standbeeld [RND]
III-3-2
|
30590 |
standolie |
standolie:
štant˱ǭli. (Q032p Schinnen)
|
Lijnolie die gedurende 8 à 10 uur tot 3000 C. werd verhit. De lijnolie wordt daardoor stroperig en lichtgeel of groen van kleur. [N 67, 13d]
II-9
|
30602 |
standolieverf |
standolieverf:
štantj˱ǭli.vɛrf (Q032p Schinnen)
|
Verf die is samengesteld uit oude standolie, terpentijnolie en zuivere verfstoffen. Standolieverf wordt vooral voor schilderwerk binnenshuis gebruikt. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [N 67, 19d]
II-9
|
33847 |
stapvoets gaan |
stappen:
štapǝ (Q032p Schinnen)
|
De langzaamste gang van het paard (stap, draf, galop) waarbij de vier voeten in de volgende volgorde opgeheven en weer neergezet worden: links achter, links voor, rechts achter, rechts voor, links voor, rechts achter, rechts voor en links achter. Zijn de vier hoefslagen niet duidelijk hoor- en zichtbaar, dan noemt men de stap onregelmatig. Zie afbeelding 8. [N 8, 81a]
I-9
|
21166 |
station |
statie (<lat.):
sjtaasjə (Q032p Schinnen),
sjtatie (Q032p Schinnen)
|
de plaats van aankomst en vertrek van treinen [station, statie, halte] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21260 |
steeg, steegje |
gats, gatsje:
gats (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen,
Q032p Schinnen),
getske (Q032p Schinnen),
steeg, steegje:
steegskə (Q032p Schinnen)
|
een smalle, armoedige straat [slop, straatje, steeg, gats] [N 90 (1982)] || steeg [SGV (1914)] || steegje [SGV (1914)]
III-3-1
|
17821 |
steek |
steek:
sjteek (Q032p Schinnen)
|
steek [SGV (1914)]
III-1-2
|