e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L378p plaats=Stevensweert

Overzicht

Gevonden: 3124

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
(geen) waarde (geen) waarde: wêrde (Stevensweert) waarde (dat heeft geen ~) [SGV (1914)] III-3-1
(met) het hoofd stoten botsen: erges teege botse (Stevensweert) stoten: met het hoofd stoten [boetse, erges teege boetse] [N 10 (1961)] III-1-2
(zich) bukken (zich) bukken: bokke (Stevensweert) bukken, zich bukken [bukke, bokke] [N 10 (1961)] III-1-2
-> [wld iii 2.2] - wld iii, 2.2 !: doupkleidje (Stevensweert), duipdaikske (Stevensweert), duipmötske (Stevensweert), naovelbendje (Stevensweert), rouwsluijer (Stevensweert), spitje (Stevensweert), winjel (Stevensweert), zeiverlepke (Stevensweert) dekentje waaronder de dopeling naar de kerk wordt gedragen [N 25 (1964)] || doek, witte ~ die men het kind als een schortje voor de borst speldt [speet, spit] [N 25 (1964)] || doopjurkje [deumhemke] [N 25 (1964)] || doopmutsje [N 25 (1964)] || luier [winjel, luur, kindsdoek, psidoek, huik] [N 25 (1964)] || navelbandje [nagelbendje] [N 25 (1964)] || rouwsluiter(s) aan een hoed [N 25 (1964)] || slabje, morsdoekje voor kinderen [slabbertje, slabberlepke, zeiverlepke, slepke, bavet(sje) [N 25 (1964)] III-1-3
[falie] falie: falie (Stevensweert), rouwvoile (<fr.): rouwvoeal (Stevensweert) falie [SGV (1914)] || sluierdoek, zwarte ~ die over hoofd en schouders wordt gedragen, gewoonlijk in de rouwtijd [vaol, voeël, falje, falie, slöjer, linao] [N 23 (1964)] III-1-3
[jasje] jekker: jekker (Stevensweert) Hoe noemt men het kledingstuk van geheel of gedeeltelijk wollen stof, dat bij kouder weer en in de winter over de, in vraag 5 en 6 genoemde kledingsstukken in het werk wordt gedragen? Het heeft meestal een kraagje en revers (opgeslagen). Het zou in het Ne [DC 14A (1946)] III-1-3
[kazavek?] kazavek: soort werkmantel  kasjevēik (Stevensweert) kasjevék, in de betekenis van vrouwenmantel; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] III-1-3
[lijfje] lijfje: līēfke (Stevensweert) lijfje, in de betekenis van soort kledingstuk; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3
[wambuisjas?] werkjasje: wirkjeske (Stevensweert) Hoe noemt men hetzelfde kledingstuk, van katoenen stof vervaardigd? [DC 14A (1946)] III-1-3
aalmoes aalmoes: aalmoos (Stevensweert) aalmoes [SGV (1914)] III-3-1