e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

Gevonden: 7823

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
(blijven) plakken plenken: plenke (Klimmen) lang in een café blijven zitten of lang bij iemand op bezoek blijven [plakken] [N 87 (1981)] III-3-1
(de kapsule) in de klok stoppen in de klok duwen: de hóls in de klok doeë (Klimmen) de ijzeren kapsule (met ring) in de klok stoppen? [N 93 (1983)] III-3-2
(eieren) leggen (eieren) leggen: légke (Klimmen) Hoe heet verder: eieren leggen? [N 93 (1983)] III-3-2
(geen) waarde (geen) waarde: wêrd (Klimmen) waarde (dat heeft geen ~) [SGV (1914)] III-3-1
(het) lossen lossen: ’t losse (Klimmen) het lossen zelf? [N 93 (1983)] III-3-2
(iets) bevinden bevinden: bevinge (Klimmen) vaststellen als resultaat van een waarneming of onderzoek [bevinden, keuren] [N 85 (1981)] III-1-4
(ijzeren) kapsule huls: de hóls (Klimmen) Hoe heet die kapsule? [N 93 (1983)] III-3-2
(kleine) zelfstandige <omschr.> een kleine zaak hebben: klein zaak hubbe (Klimmen), zelfstandige: klenge zelfstandige (Klimmen) Noem het (dialect)woord voor: een kleine zelfstandige? [middenstander] [N 102 (1998)] III-3-1
(met) het hoofd stoten botsen: boetse (Klimmen, ... ), knotsen: knoetse (Klimmen), zich knoetse (Klimmen) stoten: het hoofd stoten (kinderwoord) [boetse, zijn eige boetse] [N 10 (1961)] || stoten: met het hoofd stoten [boetse, erges teege boetse] [N 10 (1961)] III-1-2
(met) stevige benen flinke stompels: flinke sjtumpele (Klimmen) benen: met stevige benen [hij is gestapeleerd] [N 10 (1961)] III-1-1