e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095a plaats=Caberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vijg vijg: WBD/WLD  veyg (Caberg) De eetbare, zoete, vlezige vrucht van de vijgeboom (vijg, smeerlap, vijgedaal). [N 82 (1981)] III-2-3
vijver vijver: was: weyer.  vijver (Caberg) klein natuurlijk of gegraven waterbekken, bijv. in een tuin [vijver, wijer, wijert, kuil, poel] [N 81 (1980)] III-4-4
vin vin: WBD/WLD  de vin (Caberg) Hoe noemt u het min of meer waaiervormige voortbewegingsorgaan van een vis, op de rug, borst en buik en aan de staart (vin, vlim) [N 83 (1981)] III-4-2
vlaktex vlakte: vlakte (Caberg) vlakte, vlakke of effen strook land [blakte] [N 81 (1980)] III-4-4
vlechten vlechten: vlechte (Caberg) lokken haar op regelmatige wijze kruizelings door elkaar strengelen [vlechten, breien] [N 86 (1981)] III-1-1
vlees vlees: vleis (Caberg) vlees [DC 03 (1934)] III-2-3
vleesmade, larve van de bromvlieg made: eigen spellingsysteem  maoj (Caberg) made, vleeswormpje [N 26 (1964)] III-4-2
vleien complimenten (<fr.) maken: compleminte make (Caberg), in de kont kruipen: (= plat gezegd).  in de koont kroepe (Caberg), schmeicheln (du.): smeichele (Caberg), siroop smeren: sjroep smeere (Caberg) iemand dingen zeggen die hem aanstaan en aangenaam zijn, maar die overdreven en onwaar zijn, om bij hem in een goed boekje te komen staan [mouwvegen, mouwstrijken, afluizen, fletsen, lemmen, loeflokken, vleien, bakkeleien, flodderen] [N 85 (1981)] || vragen op een vleiende toon [afkuiten] [N 85 (1981)] III-3-1
vleier fijnmuil: ⁄n fijn-moul (Caberg), kontenkruiper: ne koontekroeper (Caberg) een persoon die graag vleit [zie vraag 365] [bloksleep, bloksleper, fleerbaard, kontekruiper, mouwveger] [N 85 (1981)] III-3-1
vliegend ongedierte muggen: eigen spellingsysteem  mugke (Caberg), muke (Caberg), vliegen: eigen spellingsysteem  vlege (Caberg) vliegend gedierte [N 26 (1964)] III-4-2