e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L289p plaats=Weert

Overzicht

Gevonden: 7826
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
achterwerk bats: bats (Weert), batterij: Vrouwen.  batteri-j (Weert), bodem: boeëm (Weert), kakwangen: kakwânge (Weert), plevoeter: Ontbloot.  plevuuter (Weert), reet: reet (Weert), stuiver: stuuver (Weert) [N 10c (1995)] III-1-1
achterwerkers binnenstenen: benǝstęjn (Weert), binnenwerkers: benǝwęrǝkǝrs (Weert) Metselstenen voor de binnenste spouwmuur. Volgens de invuller uit L 210 werden de binnenmuren van een goedkopere en zachtere steen opgetrokken. Ze werden na het metselen met een troffel met specie bestreken en met een natte handveger glad gestreken. Het opmetselen van de binnenmuur werd in L 289 en L 289b 'binnenwerk' ('benǝwęrǝk') of 'achterwerk' ('axtǝrwęrǝk') genoemd. Zie voor het woordtype 'boerengrauw' ook het lemma 'Metselsteenkwaliteit' in wld ii.8, pag. 72. [N 31, 35g; monogr.] II-9
achtkant achtkant: achtkant (Weert) Algemene benaming voor een achtkante molen. De achtkant kan gedekt zijn met riet, planken, asfalt etc. en behoort tot de bovenkruiers. Zie ook afb. 35. [N O, 32g] II-3
acoliet acoliet: akoliet (Weert, ... ) Een acoliet, een oudere misdienaar. [N 96B (1989)] III-3-3
adamsappel bobbel: boebel (Weert) adamsappel [N 10 (1961)] III-1-1
adem adem: ich kos ge:nən n`aom hale (Weert), oam (Weert) adem [SGV (1914)] || Ik kon niet ademen [ZND 19 (1936)] III-1-1
ademen ademen: aome (Weert), ademhalen: aom haale (Weert), aom hale (Weert), ich kos ge:nən n`aom hale (Weert), oam halen (Weert), asemen: aoseme (Weert), ich kos neet aoseme (Weert), asemhalen: ich kos ge:nən n`aosem hale (Weert) ademen [N 10a (1961)], [SGV (1914)] || Ik kon niet ademen [ZND 19 (1936)] III-1-1
ader ader: `n aòr ōēpe snì-je (Weert), aor (Weert, ... ), de āōrə van zien huid (Weert), oar (Weert), oare (Weert) ader [N 10a (1961)], [SGV (1914)] || aderen [SGV (1914)] || de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] || een ader opensnijden [ZND 19 (1936)] III-1-1
admiraalsvlinder snuffelter: snuffelter (Weert) admiraal of atalantavlinder [DC 18 (1950)] III-4-2
advent advent (<lat.): advent (Weert, ... ) De tijd van vier zondagen voor Kerstmis (Advent, kleine vasten). [N 96C (1989)] III-3-3