e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q259p plaats=Lontzen

Overzicht

Gevonden: 795
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brouwerij brouwerij: brōwǝrij (Lontzen) De plaats of het bedrijf waar men bier brouwt. In dit lemma zijn niet opgenomen de woorden die verwijzen naar een specifiek bedrijfsgebouw binnen de brouwerij. Zie daarvoor de lemmata ''mouterij, brouwhuis'', etc. Volgens de zegslieden uit Q 78 en Q 196 werd de term "panhuis" vroeger gebruikt, maar werd hij inmiddels vervangen door "brouwerij". Ook de invuller uit Q 188 vermeldt dat hij de term "panhuis" slechts uit oude archieven kent. [L 22, 27b; L 1u, 26;monogr.] II-2
brug brug: brök (Lontzen), brøk (Lontzen) brug [RND] || een houten brug [ZND 22 (1936)] III-3-1
bruid bruid: 1a-m; 22, 29a;  brŏĕt (Lontzen) bruid [ZND 01 (1922)] III-2-2
bruidegom brutigam (du.): 1a-m; 22, 29a;  brütegam (Lontzen) bruidegom [ZND 01 (1922)] III-2-2
bruidje in de processie engel: ingele (Lontzen) Hoe heten de kleine meisjes die in de processie gaan? [ZND 22 (1936)] III-3-3
bruiloft hoogtijd: 1a-m; 22, 29b;  huchzit (Lontzen) bruiloft [ZND 01 (1922)] III-2-2
brutaal curieut: heär is curujiët (Lontzen), vrij: vrij (Lontzen) hij is vrijpostig (strant, astrant) [ZND 32 (1939)] || vrijpostig [ZND 32 (1939)] III-3-1
buik buik: buk (Lontzen) de buik [ZND 29 (1938)] III-1-1
buil op het hoofd bults: bölz (Lontzen) een buil (gezwel, bv. op het hoofd door een slag of val) [ZND 32 (1939)] III-1-2
burgemeester burgemeester: börjemééster (Lontzen) burgemeester [ZND 44 (1946)] III-3-1