e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L424p plaats=Meeswijk

Overzicht

Gevonden: 3038
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
barmsijs barmsijs: bermsijs (Meeswijk), carduelis linaria  bɛrəmseͅes (Meeswijk) barmsijs || sijs: barmsijs (12,5 bruin, met steeds rood voorhoofd en zwart sikje; alleen in sommige jaren op trek; gewoonten als sijs [006]; ook in mast- en berkenbos; twee soorten [N 09 (1961)] III-4-1
barrevoets baars: Rh. Wb. I, kol. 453: barsch, barfuss.  bārs}, [bās (Meeswijk), barvoets: beͅrvəs (Meeswijk) barvoets || blootsvoets III-1-3
basterdsuiker potsuiker: poͅtsokər (Meeswijk) ongeraffineerde suiker III-2-3
bazige vrouw commandant: kómməndànt (Meeswijk) persoon die graag de lakens uitdeelt III-1-4
bed bed: b‧eͅt (Meeswijk), beddenbak: plat  beͅdəbak (Meeswijk), kooi: plat  kuəi̯ (Meeswijk), nest: neͅs (Meeswijk) bed III-2-1
beddenbak, ressortbak beddenbak: beͅdəbak (Meeswijk) houten ledikant zonder bed en toebehoren III-2-1
bedriegen bedriegen: bədreegə (Meeswijk), beschijten: bəsjīētə (Meeswijk), kloten: klôetə (Meeswijk), verneuken: vərnêûkə (Meeswijk) bedotten || bedriegen; iemand door list of leugen misleiden || beschijten, foppen, bedriegen || foppen, bedriegen III-1-4
bedrieger bedrieger: bədreegər (Meeswijk) bedrieger III-1-4
bedroefd bedroefd: bədréúf (Meeswijk), droevig: dréúvəch (Meeswijk), triestig: tristəch (Meeswijk) bedroefd; verdriet hebbend, treurig || droevig, tot droefheid stemmend || treurig, droevig III-1-4
bedsprei bedsprei: beͅtspreͅi̯ (Meeswijk), sprei: spr‧eͅi̯ (Meeswijk) Een bedsprei met franjes [ZND 23 (1937)] || sierdek op een bed, sprei III-2-1