e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121c plaats=Bleijerheide

Overzicht

Gevonden: 4871
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
alsem els: els (Bleijerheide) alsem III-4-3
amandel mandel (du.): man’del (Bleijerheide) amandel III-2-3
ambacht van schoenmaker schoensvak: šoŋsfax (Bleijerheide), schoestersvak: šustǝšfax (Bleijerheide) [N 60, 221a] II-10
ambtenaar beambte: beambte (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Maurits]), bǝamtǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Maurits]), die met kraag en binde: dī met krāx ɛn bint (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Julia]), hoge heren: huǝx hērǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Wilhelmina]) Het algemene woord voor de ambtenaar op de mijn. Een woordtype als "pennelekker" is echter spottend bedoeld. Een schrijver zit op kantoor. [N 95, 140; monogr.] II-5
ameublement meublement: mø&#x0304bləmaŋ (Bleijerheide) ameubelement III-2-1
andere damesschoenen pumps (eng.): pumbs (Bleijerheide) damesschoenen; inventarisatie overige soorten; betekenis/uitspraak [N 24 (1964)] III-1-3
andere voorwerpen in bikkelspel {z. toel.}: met metalen beentjes met gekleurde zijden  z. toel. (Bleijerheide) Wordt (werd) een dergelijk spel wel gespeeld, maar met andere voorwerpen? [N R (1968)] III-3-2
andijvie andijve: andief’ (Bleijerheide) andijvie I-7
angel van bij of wesp stachel (du.): sjtachel (Bleijerheide) angel III-4-2
angst angst: angs (Bleijerheide), bang: bang (Bleijerheide), floep: floep (Bleijerheide) angst III-1-4