e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L289a plaats=Hushoven

Overzicht

Gevonden: 1999
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bloedzuiger bloedzuiger: bloótzuûger (Hushoven), bloedzuiker: bloodzuuker (Hushoven) bloedzuiger [DC 30 (1958)] III-4-2
bloeien bloeien: blujje (Hushoven) bloeien III-4-3
bloem (alg.) bloem: bloom (Hushoven) bloem III-4-3
bloemkool bloemkool: bloomkoeël (Hushoven) bloemkool I-7
bodemmes bodemmes: būǝmmęs (Hushoven), zoolmes: zūǝlmęs (Hushoven) Licht gebogen, aan beide zijden snijdend mes met lange steel, dat met name wordt gebruikt om de ruw bewerkte bodem van de geheulde klomp bij te snijden en glad af te werken. Zie ook afb. 244. [N 97, 22; N 97, 25; A 29a, 8a-b; A 29a, 11a-b; Bakeman 9; monogr.] II-12
boeket bloemenstruis: bloômestroês (Hushoven), struis: stroês (Hushoven) ruiker III-4-3
boekpens koningskop: kø̄neŋskǫp (Hushoven) De derde maag van de koe, de maag die van binnen vol vliezen zit. [N 28, 82; A 9, 11c] I-11
boekweitdoppen klijen: klejǝ (Hushoven) Zemelen van boekweit. [JG 1b; N Q, 15; monogr.] II-3
boenen boenen: bunə (Hushoven) meubels en vloerzeil met behulp van was en een doek glimmend maken [DC 15 (1947)] III-2-1
boenwas boenwas: bunwas (Hushoven) de was waarmee meubels en vloerzeil glimmend gemaakt worden [DC 15 (1947)] III-2-1