| 28991 |
zoom |
zoom:
zǫw.m (L289a Hushoven)
|
De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.]
II-7
|
| 20189 |
zoon |
jong:
jong (L289a Hushoven),
zoon:
soon (L289a Hushoven),
zoeën (L289a Hushoven)
|
zoon || zoon; (Hoe wordt de zoon door de ouders aangesproken, als hij niet bij zijn naam wordt genoemd?) [DC 05 (1937)] || zoon; onze buurman heeft een zoon en een dochter; volw. [DC 12a (1943)]
III-2-2
|
| 20826 |
zout |
zout:
zaot (L289a Hushoven, ...
L289a Hushoven)
|
zout [DC 03 (1934)]
III-2-3
|
| 21072 |
zuigen |
optrekken:
m.b.v. rietje
optrekke (L289a Hushoven),
opzuiken:
opzoeëke (L289a Hushoven),
zuiken:
Sókkerpaek zoêke
zoêke (L289a Hushoven)
|
limonade door een rietje zuigen [DC 35 (1963)] || zuigen
III-2-3
|
| 20518 |
zure haring |
ingelegde haring:
ingelagdje hieëring (L289a Hushoven)
|
ingemaakte haring
III-2-3
|
| 24882 |
zuring (alg.) |
surelle (fr.):
serel’ (L289a Hushoven),
zuurloof:
zoorlouf (L289a Hushoven)
|
zuring
III-4-3
|
| 20336 |
zuster |
zuster:
zöster (L289a Hushoven, ...
L289a Hushoven,
L289a Hushoven,
L289a Hushoven)
|
zus || zuster; bestaat er een woord voor broers en zusters samen (Hd. Geschwister?) [DC 05 (1937)] || zuster; mijn - is achttien, mijn zuster twintig jaar; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || zuster; mijn - is achttien, mijn zuster twintig jaar; ± 10 jaar [DC 12a (1943)]
III-2-2
|
| 20960 |
zuur |
grel:
Te vreug geplökdje ougstappel smaake grel: te vroeg geplukte oogstappels smaken zuur
grel (L289a Hushoven)
|
zuur
III-2-3
|
| 20541 |
zuurdesem |
desem:
deîsem (L289a Hushoven),
hevel:
heevel (L289a Hushoven),
D¯n hieëvel in ¯t broët neet vergaete
hieëvel (L289a Hushoven),
zuurdesem:
zoordeîsem (L289a Hushoven)
|
desem || zuur desem || zuurdesem
III-2-3
|
| 20679 |
zuurkool |
zuurmoes:
Met "moosschaave"fijngesneden witte kool die in speciale tonnen met zout wordt bestrooid en door gisting verzuurt, waardoor de speciale smaak ontstaat
zoôrmoos (L289a Hushoven)
|
zuurkool
III-2-3
|