e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113b plaats=Benzenrade

Overzicht

Gevonden: 86

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bouwland veld: vɛlt (Benzenrade) Voor de akkerbouw gebruikt land, het geheel van akkers. [N 6, 33a; N 27, 3a; N 5AøIIŋ, 95a, 95b en 95c; N 11, 1a; L 31, 18; L 19, 1a; L 37, 11b; L a1, 113; L 4, 38; JG 1a, 1b; A 3, 38; A 10, 4; A 20, 1b; Wi 7; S 49; RND 4, 7, 8 en 10, r.37; Vld.; monogr.] I-8
braaf braaf: ⁄t keenk is braaf (Benzenrade) braaf, gezegd van een kind [N 06 (1960)] III-1-4
braambes bramelen: brōͅəmələ (Benzenrade) braam(bessen) [RND] III-4-3
broek: algemeen boks: boks (Benzenrade) Hoe noemt men de broek (bovenkleeding)? Maakt men misschien onderscheid tusschen een klepbroek en een gewone broek? [DC 09 (1940)] III-1-3
broer broer: broor (Benzenrade, ... ) broer; mijn broer is achttien, mijn - twintig jaar; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] || broer; mijn broer is achttien, mijn zuster twintig jaar; volw. [DC 12a (1943)] III-2-2
bruidje in de processie bruidje: bruudjə (Benzenrade) Bruidje in de processie. [N 07 (1961)] III-3-3
dameskous? hoos: Anna, has doe ee paar neuj hoëze (Benzenrade) Anna, heb je een paar nieuwe kousen? [DC 14A (1946)] III-1-3
dinsdag dinsdag: diensdəg (Benzenrade) dag; dinsdag [N 07 (1961)] III-4-4
dochter meidje: meidje (Benzenrade) dochter; onze buurman heeft een zoon en een dochter; volw. [DC 12a (1943)] III-2-2
donker, duisterx duister: duuster (Benzenrade) donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)] III-4-4