e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L326p plaats=Grathem

Overzicht

Gevonden: 2847

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aanaardhak aardappelenhoger: ērpǝlǝhø̄gǝr (Grathem) Het handgereedschap dat bij het aanaarden wordt gebruikt. Meer dan één zegsman geeft aan dat het aanaarden met de hak met mankracht zwaar werk was. Zie ook de opmerking over de opgaven bij het lemma Vorentrekker. Er werd aangeaard met de schup (zie het lemma Schop in aflevering I.1, blz. 121) in: L 324, 355, 363, 414, P 47, 49, 55, 56 (vroeger), 57, 58, 118a, 119 (idem), 120, Q 2a, 3, 71 (idem), 72, 182, 189 en 198b. Met de mesthaak (zie het lemma Mesthaak in aflevering I.1, blz. 12) in: L 289b, P 176 (vroeger) en Q 9. [N 12, 26; N 18, 42; JG 1c, 2c; monogr.; add. uit N 12, 24; N 18, 58] I-5
aanaardhandploeg hoger: hø̄gǝr (Grathem) De aanhoger die door mankracht wordt voortbewogen, hetzij door één man getrokken; in dat geval werd de steel van de aanhoger doorgaans met een staaf ijzer verzwaard; hetzij door twee: door de ene man getrokken en door een ander geduwd. In dat geval werd een zijkruk aan de steel bevestigd voor de duwer. Het blad is vrijwel gelijk aan dat van de door paardekracht voortbewogen aanaarder: driehoekig en zodanig dat de grond naar twee kanten werd opgestuwd. Zie ook de toelichting van het lemma Aanaardploeg. [N 11A, 78; N 18, 46; N J, 8b; JG 1a, 1c, 2c; monogr.; add. uit N 12, 25; N 18, 42] I-5
aanbouw van gaas klep: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  klep (Grathem) Hoe heet de aanbouw van gaas, geknoopt gaas of traliewerk? (zie tekening 4) [N 93 (1983)] III-3-2
aandeel, part portie: portie (Grathem) het deel van het geheel dat men krijgt [garant, rantsoen, part, portie, deel] [N 91 (1982)] III-4-4
aangeven, verklikken aangeven: aangéévə (Grathem), verklikken: vərkl‧ikkə (Grathem) een overtreding of misdrijf bekend maken aan de overheid [aangeven, verklikken, verklappen] [N 90 (1982)] || heimelijk een overtreding of misdrijf aangeven [bij de overheid] [klikken, verklikken, paanderdragen, klikspanen] [N 90 (1982)] III-3-1
aanhoudend regenen knoeien: knouje (Grathem) voortdurend regenen [knoeien] [N 22 (1963)] III-4-4
aankondigingskastje bord: bort (Grathem) de plaats waar gemeentelijke aankondigingen etc. opgehangen worden [gebooi] [N 90 (1982)] III-3-1
aanmelken aanmelken: ānmɛlkǝ (Grathem) Het maken van de eerste melkbewegingen bij een vaars die pas gekalfd heeft, gezegd van de boer. [N 3A, 61] I-11
aanrijgen rijgen: rie.gə (Grathem), vamen: vee.mə (Grathem) tot een snoer verenigen [ritsen, resemen, rijgen] [N 91 (1982)] III-4-4
aanstieren dekken: dɛkǝ (Grathem) Een jonge koe voor het eerst laten paren. [N 3A, 30b; monogr.] I-11