e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q259p plaats=Lontzen

Overzicht

Gevonden: 795

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aardbei erbel: ērbəl (Lontzen) [ZND 19A (1936)] I-7
aarden pot baar: bār (Lontzen) Aarden pot, bleekbruin van kleur. Dorren (Valkenburgs Woordenboek) merkt op pag. 15 over de term baar op: ø̄̄Naar de grootte onderscheidt men één-, twee- en drieschildersbaren, wijl ze gemerkt zijn met één, twee of drie schildjes (reliefstempels), met een inhoud van circa 20, 30 en 40 liter.ø̄̄ De driekroonse pot was een verglaasde pot voor het inmaken van zuurkool, braadworst en bonen. De pot was gemerkt met drie kroontjes en had een inhoud van 20 tot 50 liter. Het woordtype driekronenpot duidt waarschijnlijk een vergelijkbare pot aan. Zie hiervoor ook de toelichting bij het lemma ɛstroopvatɛ in wld II.2, pag. 59.' [N 49, 103b; L 1a-m; L 32, 15a; L 32, 15b; R 3, 5; S 1; monogr.] II-8
aas in het kaartspel aas: ös (Lontzen), oe is niet ou fr.  hātte oes (Lontzen) Aas: harten aas (in het kaartspel). [ZND 19A (1936)] || Ik heb de vier azen. [ZND 19A (1936)] III-3-2
achterdocht hintergedanken (du.): ich hou gen hintergedanken (Lontzen), ook materiaal van vr.lijst 32, vr. 44  hintergedangken (Lontzen) achterdocht [ZND 01 (1922)] || ik had geen achterdocht (ik vermoedde geen kwaad) [ZND 32 (1939)] III-1-4
achteruitgaan uit de weg gaan: uuter wej jue (Lontzen) achteruitgaan, wijken, deinzen [ZND 33 (1940)] III-1-2
ademen ademen: he koəs niət oəme (Lontzen) Ik kon niet ademen [ZND 19 (1936)] III-1-1
ader ader: de oəre van zing schtäer (Lontzen), en oər opschniə (Lontzen) de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] || een ader opensnijden [ZND 19 (1936)] III-1-1
afgeroomde melk machinemelk: mašenjǝmęlk (Lontzen), magere melk: māgǝr melk (Lontzen) De vloeistof die overblijft als de melk ontroomd is. [A 7, 15 en 17; A 23, 4a; L 27, 29; JG 1a, 1b; L 1u, 103; Lu 1, 3 en 4a; monogr.] I-11
afloeren, bespieden uitspioneren: uutspionniere (Lontzen) iets bespieden [ZND 32 (1939)] III-1-1
afvallen van bladeren vallen: valle (Lontzen) afvallen v. bladeren [ZND 32 (1939)] III-4-3