e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q211p plaats=Bocholtz

Overzicht

Gevonden: 2628
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blauwe klei huivenklei: hȳvǝklęi̯ (Bocholtz) De blauwe klei in het algemeen en de klei die onder het veen zit in het bijzonder. [N 27, 19b; N 27, 44] I-8
bleek bleek: blēx (Bocholtz) Gezegd van een metselsteen die onvoldoende doorbakken is. [monogr.] II-8
bleke steen afval: āf˲val (Bocholtz) Metselsteen die onvoldoende doorbakken is. [N 98, 165; S 37; monogr.; N 30 add.] II-8
bles bles: blɛs (Bocholtz) Witte streep op het voorhoofd van de koe. [N 3A, 136b; N 3A, 135b] I-11
blinde vink blinde vink: Syst. Veldeke  bling vink (Bocholtz) Opgerold kalfslapje met vulsel (blin vinke, muisje zonder kop?) [N 16 (1962)] III-2-3
bloed bloed: blood (Bocholtz), et blod (Bocholtz) bloed [N 10 (1961)] III-1-1
bloedaders bloedaderen: blōtǭrǝ (Bocholtz) Aders zichtbaar op de uier. [N 3A, 118c] I-11
bloedgang (het) slijmen: šlīmǝ (Bocholtz) Uitscheiding van een niet bevruchte koe. [N 3A, 31] I-11
bloedluis luis: Veldeke  lōēs (Bocholtz) bloedluis, luis die kankergezwellen veroorzaakt aan appelbomen [N 26 (1964)] III-4-2
bloedworst bloedworst: blodwoesj (Bocholtz), poettes: poetēs (Bocholtz), Syst. Veldeke  poetes (Bocholtz) bloedworst [N 06 (1960)] || Bloedworst (bulling?) [N 16 (1962)] III-2-3