30102 |
zwemstenen |
poriso-stenen:
pōrȳzōštęjn (Q099q Rothem)
|
Zwemstenen of drijfstenen zijn benamingen voor een zeer lichte kunststeen, vervaardigd uit puimsteengruis (bimszand) en hydraulische kalk. Het gruis wordt daartoe met ongeveer 1/9 van zijn gewicht aan waterkalk dooreengemengd. Dit mengsel wordt in ijzeren vormen geschept, beklopt en, van de vormen ontdaan, op rekken te drogen gezet. Na enige dagen worden de stenen op hopen gezet en na enige maanden zijn zij gereed voor gebruik. Zwemstenen worden hoofdzakelijk voor binnenwerk gebruikt en isoleren dankzij hun grote poreusheid goed warmte en geluid. 'Ytong' en 'Poriso' zijn merknamen. [N 30, 54e]
II-9
|
26367 |
zwengel |
zwengel:
šwø̜ŋǝl (Q099q Rothem)
|
Soort van gebogen arm met een haaks daarop aangebrachte handgreep waarmee met de hand of door middel een trede boor- en andere machines in beweging worden gebracht. Zie ook het volgende lemma. [N 33, 281]
II-11
|
32841 |
zwenghout, spoorstok |
ploegshaam:
plōxs˱ām (Q099q Rothem
[(incl de strengen)]
)
|
Het dwarshout waaraan van voren de strengen of trekkettingen van het paard bevestigd zijn en dat van achteren aan een akkerwerktuig (ploeg, eg, e.d.) gekoppeld is. Zie afb. 98. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; JG 2b-4, 3; N 11, 34a; N 11A, 103 + 103e; N 17, 69a add.; L 34, 11 add.; L 49, 26 add.; A 30, 26 add.; G 1, 26 add.; div.; monogr.]
I-2
|
26002 |
zwijmelen |
schravelen:
šrāvǝlǝ (Q099q Rothem)
|
Onvast, langzaam en met moeite gaan, zonder richting te houden. [N 8, 73 en 83]
I-9
|