e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q093p plaats=Rosmeer

Overzicht

Gevonden: 2180
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borstkas borst: bjos (Rosmeer) borst [ZND 01 (1922)] III-1-1
borstrok onderlijf: oͅnərlef (Rosmeer) borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen [hemdrok, humperok, sjtoep, liefke, slaoplijf] [N 25 (1964)] III-1-3
borstrok (voor mannen) onderlijf: oͅnərlef (Rosmeer) borstrok voor mannen [N 25 (1964)] III-1-3
borstrok (voor vrouwen) onderlijf: oͅnərlef (Rosmeer) borstrok voor vrouwen [N 25 (1964)] III-1-3
borstspeld kopspang: koͅpspang (Rosmeer) speld waarmee de slippen van de grote omslagdoek voor de borst bijeen worden gehouden [N 25 (1964)] III-1-3
borststuk van een schort boezem: buzəm (Rosmeer) borststuk, bovenste deel, ~ van een schort [boezem] [N 24 (1964)] III-1-3
borstvliesontsteking fleuris: fleeres (Rosmeer) pleuris [ZND 05 (1924)] III-1-2
borstzak(je) klein maaltje: klēͅn melkə (Rosmeer) pochetzakje, borstzak [N 23 (1964)] III-1-3
bos bos: bos (Rosmeer) Een met opgaande bomen beplante uitgestrektheid grond hetzij in natuurstaat of aangelegd. [N 27, 4a; RND 82; L 1a-m; L 22, 7; Vld.; monogr.] I-8
bosrietzanger korenkeets: kwonkèets (Rosmeer), koren...  kwonkéets (Rosmeer) bosrietzanger III-4-1