id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
20394 | echtgenoot | man: de maan (Caberg), de man (Caberg) | de man met wie men getrouwd is [man, mens, baas] [N 87 (1981)] III-2-2 |
20391 | echtgenote | vrouw: de vrouw (Caberg), de vrow (Caberg) | de vrouw met wie men getrouwd is [wijf, vrouw] [N 87 (1981)] III-2-2 |
18101 | eczeem | eczeem: eczeem (Caberg) | Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (zilt, haarworm). [N 84 (1981)] III-1-2 |
18942 | een aanmerking maken | de oren wassen: de oere wasse (Caberg), de waarheid zeggen: de woerheid zegke (Caberg) | iemand een afkeurende opmerking geven [struffen] [N 85 (1981)] III-1-4 |
19294 | een berisping krijgen | op zijn hoofd krijgen: (hut = hoofd). op z⁄n hut kriege (Caberg) | een lichte afkeuring als straf [ripplement, rappelement, afkemming, kemming, afleiding, schelles, berisping] [N 85 (1981)] III-1-4 |
21811 | een bevel opvolgen | luisteren: luustere (Caberg) | een bevel opvolgen [pareren, luisteren, gehoorzamen] [N 85 (1981)] III-3-1 |
20505 | een borrel drinken | drupjes drinken: dröpkəs drinkə (Caberg) | jenever drinken; Hoe noemt U: Jenever drinken (proeven, likken) [N 80 (1980)] III-2-3 |
20131 | een hond vleien | aanhalen: WBD/WLD aonhole (Caberg), keuren: WBD/WLD keure (Caberg), koire (Caberg) | Hoe noemt u een hond vleien (fluren, flemen) [N 83 (1981)] III-2-1 |
20508 | een kater hebben | een houten kop hebben: nen houte kop höbbe (Caberg), een kater hebben: kater mag ook ⁄nə kaoter höbbə (Caberg) | kater hebben; Hoe noemt U: Zich niet lekker voelen de dag na een flinke drinkpartij (een kater hebben) [N 80 (1980)] III-2-3 |
17887 | een kuil graven | een kuil graven: n kouil graove (Caberg) | kuil, Een ~ maken (dappen). [N 84 (1981)] III-1-2 |