e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L289b plaats=Leuken

Overzicht

Gevonden: 2725
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwiepingen stellatten: stęllatǝ (Leuken) De houten latten waarmee het profiel loodrecht wordt vastgezet. Zie ook afb. 28. [N 31, 7b; monogr.] II-9
zwik zwikpinnetje: zwekpenkǝ (Leuken) Het houten pennetje dat dient om het zwikgat dicht te maken. [monogr.; N E, 48d add.] II-12
zwoegen poejakken: poeëjakke (Leuken), pootaan spelen: poeëtaan spuuële (Leuken), schrompen: schrômpe (Leuken) flink doorwerken || hard werken || hard werken onder minder gunstige omstandigheden III-1-4
zwoord spekzwaard: Snietj de zwaars mer van daen herst aaf Doojt ¯s ¯n spekzwaars oónger ¯t kroekerraat, dan joónkertj ¯t neet mieër zoeë Eeder ziêne meuch, zag de jónk, vaader ¯t moos en ich ¯t spek  spekzwaars (Leuken), zwaard: zwaars (Leuken), Syst. WBD  zwaard (Leuken) De zwoord, van het spek (zwaart, zwaort?) [N 16 (1962)] || spekzwoerd || zwoert III-2-3
één frank frank: frang (Leuken) 1 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1