e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095a plaats=Caberg

Overzicht

Gevonden: 1390

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afkalven afbrokkelen: aofbrokkələ (Caberg) afkalven, stuksgewijs afschuiven en instorten gezegd van oevers, slootkanten enz [inkalven, inkavelen, inkelderen] [N 81 (1980)] III-4-4
afkoken afbroeien: aofbreuje (Caberg), broeien: breuje (Caberg) Hoe noemt U: Met (in) weinig water gekookt, gezegd van groenten (kort) [N 80 (1980)] III-2-3
afkomst komaf: komaof (Caberg) afkomst, afstamming; bloedverwantschap in neerdalende lijn [komaf, tuk, afkomst] [N 87 (1981)] III-2-2
afleggen van een dode afleggen: aoflegke (Caberg) een lijk reinigen en met het doodsgewaad bekleden, meestal tevens van het bed afnemen [afleggen, lijken, ontwaden] [N 87 (1981)] III-2-2
afslaan, van noten houwen: WBD/WLD  hauwe (Caberg) Noten afslaan (boeken, beuken slaan, rammelen, sloesteren). [N 82 (1981)] I-7
alikruik alikruikel: WBD/WLD  alikrukels (Caberg) Hoe noemt u de eetbare soort zeeslakken (alikruik, ullek) [N 83 (1981)] III-2-3
allerheiligen allerheiligen: allerheilige (Caberg) Allerheiligen. [N 06 (1960)] III-3-3
allerzielen allezielen: alleziele (Caberg) Allerzielen. [N 06 (1960)] III-3-3
alpinomuts pielemutsje: pielemutske (Caberg) alpino(muts) [patsj] [N 25 (1964)] III-1-3
andere damesschoenen platte schoen: platte sjeun (Caberg) damesschoenen; inventarisatie overige soorten; betekenis/uitspraak [N 24 (1964)] III-1-3