e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095a plaats=Caberg

Overzicht

Gevonden: 1390
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gaan liggen (van de wind) zich leggen: de wind legk zich (Caberg) gaan liggen, gezegd van de wind [stillen] [N 81 (1980)] III-4-4
gaar murg: mörrəg (Caberg) gaar; Hoe noemt U: Goed gekookt (gaar, murw) [N 80 (1980)] III-2-3
gaatje voor de schoenveter rijggat: reixater (Caberg) gaatjes in de schoen waardoor de veter wordt geregen [riegaater] [N 24 (1964)] III-1-3
gat in een kledingstuk kot: kōēt (Caberg), lok: look (Caberg) gat in een kledingstuk, bijv. een kous [N 86 (1981)] III-1-3
gat, opening lok: eigen spellingsysteem  look (Caberg) gat (znw enk) [N 26 (1964)] III-4-4
gat, opening (mv) loker: eigen spellingsysteem  twie loker (Caberg) gaten (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-4
geboren worden geboren worden: gebore weurde (Caberg) Geboren worden (jong zijn). [N 84 (1981)] III-2-2
gebrekkig spreken stamelen: stamele (Caberg) gebrekkig spreken [hakkelen, tottelen, stamelen, touwen, tatewalen, totteren, stotteren] [N 87 (1981)] III-3-1
gedenken; gedachtenis gedenken: gedinke (Caberg), memoreren: mimmereere (Caberg) terugdenkend aan overleden personen op bepaalde data [gedenken, geheugen] [N 85 (1981)] III-1-4
gedwee gemakkelijk: gemeekelek (Caberg) blijken van onderworpenheid tonend, zonder nadenken opdrachten uitvoerend [gewillig, braaf, gedwee, gemakkelijk, goed, zacht] [N 85 (1981)] III-1-4