e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095a plaats=Caberg

Overzicht

Gevonden: 1390
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geluid van naderend onweer rommelen: rommele (Caberg) eerste rommelen dat in de verte te horen is wanneer er een onweer op komst is [meutelen] [N 81 (1980)] III-4-4
gelukken gelukken: gelökke (Caberg), goed gaan: good goon (Caberg) een voorspoedige afloop hebben, kunnen slagen [lukken, vergaan, bedoen, boteren, gelukken] [N 85 (1981)] III-1-4
geluksvogel; altijd geluk hebben bofferd: bofferd (Caberg), bofkont: bōfkoont (Caberg), geluksvogel: gelöksvogel (Caberg) iemand die altijd geluk heeft [zwijnjak, boffer, bidzalig] [N 85 (1981)] III-1-4
gemakkelijk gemakkelijk: gemeekelek (Caberg), gemèkelik (Caberg), op zijn gemak: op ze gemaak (Caberg) geen moeite of inspanning vereisend, niet moeilijk [licht, handig, gemakkelijk, zacht, lichtelijk, goed, makkelijk, gemak, spelegaans] [N 85 (1981)] || gemakkelijk [DC 02 (1932)] || op zijn gemak [DC 02 (1932)] III-1-4
gemakkelijkste wijze; gemakkelijkst; gemakkelijk maken het beste -: dat hand ⁄t beste (Caberg) de manier van handelen die het makkelijkst en aangenaamst is [pas] [N 85 (1981)] III-1-4
gemeen gemeen: gemein (Caberg), slecht: slech (Caberg), vuil: vuil (Caberg) slecht, gezegd van het karakter, de aard [bedekt, laag] [N 85 (1981)] III-1-4
gemene vrouw kreng: ⁄n kring (Caberg), tooi: ⁄n toej (Caberg) een vrouw met een slecht en gemeen karakter [venijn] [N 85 (1981)] III-1-4
gemoed gemoed: gemood (Caberg) het binnenste van de mens als zetel van zijn gevoel [moed, gemoed] [N 85 (1981)] III-1-4
genezen beter: beter (Caberg) Genezen: hersteld, beter (klaar). [N 84 (1981)] III-1-2
genoegen (doen) contentigheid: contentigheid (Caberg), plezier: plezeer (Caberg) tevredenheid, genoegen [trek, plezier, goesting, snoel] [N 85 (1981)] III-1-4