e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L288a plaats=Ospel

Overzicht

Gevonden: 3815
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zweten zweten: zweiten (Ospel) zweten [N 10a (1961)] III-1-2
zwezerik soepietjes: Uitsluitend verklw, Uitsluitend mv.  sepietjes (Ospel) zwezerik III-2-3
zwik zwikpinnetje: zwekpenkǝ (Ospel) Het houten pennetje dat dient om het zwikgat dicht te maken. [monogr.; N E, 48d add.] II-12
zwoegen er voor willen: der vur willen (Ospel), poejakken: poeëjakke (Ospel), pootaan spelen: poeëtaan spuuële (Ospel), schrompen: schrômpe (Ospel) flink doorwerken || hard werken || hard werken onder minder gunstige omstandigheden || zich bijzonder inspannen, erg veel moeite doen [zich weren, zich uitsloven, weerbieden] [N 85 (1981)] III-1-4
zwoord spekzwaard: Snietj de zwaars mer van daen herst aaf Doojt ¯s ¯n spekzwaars oónger ¯t kroekerraat, dan joónkertj ¯t neet mieër zoeë Eeder ziêne meuch, zag de jónk, vaader ¯t moos en ich ¯t spek  spekzwaars (Ospel), Verklw. spekzwaartje  spekzwaart (Ospel), zwaard: zwaars (Ospel) spekzwoerd || zwoert III-2-3