e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Afferden

Overzicht

Gevonden: 1858

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
achteruittrappen slaan: slǭn (Afferden), stampen: stampǝ (Afferden) Met één of beide achterpoten achterwaarts trappen. [JG 1a; N 8, 70a en 72] I-9
achterwand achterbred: ɛxtǝrbret (Afferden) De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enqu√™te opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.] I-13
achterwerk bats: bats (Afferden), batterij: batterij (Afferden), bips: bibs (Afferden) [N 10c (1961)] III-1-1
adder adder: adder (Afferden) nadder (adder) [SGV (1914)] III-4-2
adem adem: oajem (Afferden) adem [SGV (1914)] III-1-1
ademen ademen: aojeme (Afferden, ... ) ademen [N 10a (1961)], [SGV (1914)] III-1-1
ader ader: aojer (Afferden), oar (Afferden), oars (Afferden) ader [N 10a (1961)], [SGV (1914)] || aderen [SGV (1914)] III-1-1
afdak afdak: afdak (Afferden) afdak [SGV (1914)] III-2-1
afgeroomde melk fiets: fits (Afferden), fugemelk: fymɛlk (Afferden) De vloeistof die overblijft als de melk ontroomd is. [A 7, 15 en 17; A 23, 4a; L 27, 29; JG 1a, 1b; L 1u, 103; Lu 1, 3 en 4a; monogr.] I-11
afhangend kuifje (bij kortgeknipt haar) pony: ponnie (Afferden) haar, kortgeknipt ~ met alleen van voor een afhangend kuifje [ponnie, tuil] [N 10 (1961)] III-1-1