e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L324a plaats=Leveroy

Overzicht

Gevonden: 489

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boomleeuwerik boomleeuwerik: boumlîêwerik (Leveroy), heiliewerk: heijleiwerk (Leveroy) boomleeuwerik || Hoe heet de boomleeuwerik? [DC 06 (1938)] III-4-1
boompieper dennenpiepertje: dènnepieperke (Leveroy) boompieper III-4-1
borstelig haar stoppelhaar: stoppelhaor (Leveroy) borstelig haar (stekkerhaar, pinhoor] [N 10 (1961)] III-1-1
bovendeel van de rug rug: rök (Leveroy), schouders (mv.): sjouvers (Leveroy) rug: bovendeel van de rug [mars, hot] [N 10 (1961)] III-1-1
bovenlip bovenlip: bovenlup (Leveroy) bovenlip [DC 01 (1931)] III-1-1
braadworst braadworst: brao:edworst (Leveroy) braadworst [N 06 (1960)] III-2-3
braaf braaf: braaf (Leveroy), et kintj is braaf (Leveroy) braaf [DC 02 (1932)] || braaf, gezegd van een kind [N 06 (1960)] III-1-4
braamsluiper bramenbijtertje: brēməbitərkə (Leveroy) Hoe heet de braamsluiper? [DC 06 (1938)] III-4-1
braken kotsen: koetse (Leveroy), spijen: spieje (Leveroy) overgeven, vomeren [speuwe, spaven, kitse, kotse, kalve, kalvere] [N 10 (1961)] III-1-2
broek: algemeen boks: bôks met ein loek =klepbroek  bôks (Leveroy) Hoe noemt men de broek (bovenkleeding)? Maakt men misschien onderscheid tusschen een klepbroek en een gewone broek? [DC 09 (1940)] III-1-3