e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

Gevonden: 6145

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aanaardploeg aardappelenploeg: ē̜rpǝlǝplōx (Roermond), ploeg: plōx (Roermond) Een lichte soort ploeg door paardekracht getrokken, die open voren trekt, met een schaar "in de vorm van een varkenssnuit" (zegsman van L 328) of met twee scharen ruggelings tegen elkaar geplaatst, die de grond naar beide zijden wegschuift, tegen de rij aardappelplantjes aan. Met hetzelfde stuk gereedschap kunnen ook de voren worden getrokken waarin gepoot kan worden. Soms geeft de zegsman dat ook uitdrukkelijk aan. Er kan evenwel ook met een normale, d.w.z. éénscharige, ploeg worden gepoot; zie de algemene toelichting bij de paragraaf over het poten. Ook wanneer door de zegsman in het midden is gelaten of de aanaardploeg met paardekracht of door mankracht (zie het lemma Aanaardhandploeg) wordt voortgetrokken, is de opgave hier ondergebracht. In enkele plaatsen in het zuidwesten is wel opgegeven dat er met de ploeg werd aangeaard, zonder dat evenwel het woord voor die ploeg werd opgegeven, dat zijn P 113, 115, 119, 173, 176, 176a, 177, 177a, 180, 187, Q 76 en 79a. [N 12, 25; N J, 8b; JG 1c; monogr.; add uit N 11, 30, 31; N 12, 24] I-5
aanbidding van het allerheiligste aanbidding: aanbidding (Roermond) Een dag van aanbidding van het Allerheiligste in de loop van het jaar, per parochie verschillend [biddag, bèèjdaag?]. [N 96B (1989)] III-3-3
aandeel, part deel: deil (Roermond, ... ), part: paart (Roermond), portie: paorsie (Roermond), paortie (Roermond) het deel van het geheel dat men krijgt [garant, rantsoen, part, portie, deel] [N 91 (1982)] III-4-4
aandringen aandringen: aandringə (Roermond), aanhouden: aanhaje (Roermond), pressen: prèsse (Roermond) met klem trachten gedaan te krijgen, met drang onder de aandacht brengen [prossen, aandringen] [N 85 (1981)] III-1-4
aangeven, verklikken aandragen: aandrage (Roermond), aangeven: aangaive (Roermond), aangéévə (Roermond), aanschieten: aansjīētə (Roermond) een overtreding of misdrijf bekend maken aan de overheid [aangeven, verklikken, verklappen] [N 90 (1982)] || heimelijk een overtreding of misdrijf aangeven [bij de overheid] [klikken, verklikken, paanderdragen, klikspanen] [N 90 (1982)] III-3-1
aanhitsen kissen: kiesje (Roermond), ophitsen: ophìtse (Roermond), WBD/WLD  òphitsə (Roermond), opnaaien: ideosyncr.  opnèje (Roermond), plagen: WBD/WLD  plaogə (Roermond) Hoe noemt u een hond kwaad maken, aanhitsen (hitsen, hissen, opkiezen) [N 83 (1981)] III-2-1
aanhoudend klagen netekruid: netekroet (Roermond), zeveren: zeivərə (Roermond) aanhoudend morren en klagen [neuriën] [N 85 (1981)] III-1-4
aanhoudend regenen aanhoudend regenen: aanhaajend réégene (Roermond), avondsregen: dit zegt men als hij begint.  ’t wordt ene aovesrège (Roermond), knoeien: knoojen (Roermond) voortdurend regenen [knoeien] [N 22 (1963)] III-4-4
aanhoudend vragen granden: vgl. Roermond Wb. (pag. 94): grantje, bedelen (ook alleen met de ogen) om iets te krijgen (ook wel gezegd van hond of kat).  grantje (Roermond, ... ), zaniken: zanike (Roermond), zeuren: zeurə (Roermond), zeveren: zeivərə (Roermond) aanhoudend vragen om iets te krijgen [kutten] [N 87 (1981)] || alsmaardoor blijven vragen [maren] [N 87 (1981)] III-3-1
aankondigingskastje kastje: keske (Roermond), kèskə (Roermond) de plaats waar gemeentelijke aankondigingen etc. opgehangen worden [gebooi] [N 90 (1982)] III-3-1