e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L210p plaats=Venray

Overzicht

Gevonden: 6060

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aangeven, verklikken aandragen: andraage (Venray), aangeven: angêve (Venray), ángaeve (Venray), klikken: klikke (Venray), (bij kinderen).  klikken (Venray), verraden: verraoie (Venray), verraoje (Venray) een overtreding of misdrijf bekend maken aan de overheid [aangeven, verklikken, verklappen] [N 90 (1982)] || heimelijk een overtreding of misdrijf aangeven [bij de overheid] [klikken, verklikken, paanderdragen, klikspanen] [N 90 (1982)] || klikken; Welk woord gebruikt u in uw dialect voor het doorvertellen aan vader, moeder of onderwijzer van iets, waarvoor een ander kind straf kan krijgen? [DC 48 (1973)] III-3-1
aanhitsen aanhissen: ánhisse (Venray, ... ), hissen: hisse (Venray, ... ), ophitsen: Veldeke 1979 nr. 1 (? aphitse - moeilijk leebaar)  ophitse (Venray) Hoe noemt u een hond kwaad maken, aanhitsen (hitsen, hissen, opkiezen) [N 83 (1981)] || ophitsen ve hond III-2-1
aanhoudend bepoetelen handvollen: haffele (Venray) aanhoudend in de handen nemen [haffele, verhandvollen] [N 10 (1961)] III-1-2
aanhoudend klagen knaaien: knaoie (Venray) aanhoudend morren en klagen [neuriën] [N 85 (1981)] III-1-4
aanhoudend regenen knoeien: knujə (Venray) voortdurend regenen [knoeien] [N 22 (1963)] III-4-4
aanhoudend vragen neulen: näöle (Venray, ... ), zaniken: sànneke (Venray, ... ) aanhoudend vragen om iets te krijgen [kutten] [N 87 (1981)] || alsmaardoor blijven vragen [maren] [N 87 (1981)] III-3-1
aankondigingskastje kast: de kast (Venray) de plaats waar gemeentelijke aankondigingen etc. opgehangen worden [gebooi] [N 90 (1982)] III-3-1
aanrecht aanrecht: ennen ánrecht bestöt uut \'n ánrechtblad, ennen ánrechtstieën en ennen ánrechtkâst  ánraech(t) (Venray) aanrecht III-2-1
aanrekenen opschrijven: opschrīēve (Venray) betaling vragen voor een geleverd artikel; in rekening brengen [schrijven, aankalken] [N 89 (1982)] III-3-1
aanrijgen aanrijgen: ânriege (Venray) tot een snoer verenigen [ritsen, resemen, rijgen] [N 91 (1982)] III-4-4