34584 |
achterwand |
achterschoft:
āxtǝrsxǫft (K315p Oostham),
achterste schoft:
ɛxtǝrstǝ sxǫft (K315p Oostham)
|
De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enquête opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.]
I-13
|
17781 |
adem |
asem:
aosem (K315p Oostham),
ik kos mennən ōsöm nö mīr krēgən (K315p Oostham)
|
adem [ZND 01u (1924)] || Ik kon niet ademen [ZND 19 (1936)]
III-1-1
|
17685 |
ademen |
asem krijgen:
ik kos mennən ōsöm nö mīr krēgən (K315p Oostham),
asemen:
aosemen (K315p Oostham),
ik kon nie oasemen (K315p Oostham)
|
ademen [ZND 01u (1924)] || Ik kon niet ademen [ZND 19 (1936)]
III-1-1
|
17682 |
ader |
ader:
d ərən va zö vörhy(3)̄gt (K315p Oostham),
de oaren van zij veurhoofd (K315p Oostham),
en oar opesnijën (K315p Oostham),
ön ōr ōpøsnējn (K315p Oostham)
|
de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] || een ader opensnijden [ZND 19 (1936)]
III-1-1
|
19803 |
afdak |
afdak:
afdak (K315p Oostham, ...
K315p Oostham,
K315p Oostham)
|
afdak [ZND 01 (1922)], [ZND 06 (1924)], [ZND 12 (1926)]
III-2-1
|
34247 |
afgeroomde melk |
aflaat:
aflãt (K315p Oostham),
aflǭt (K315p Oostham)
|
De vloeistof die overblijft als de melk ontroomd is. [A 7, 15 en 17; A 23, 4a; L 27, 29; JG 1a, 1b; L 1u, 103; Lu 1, 3 en 4a; monogr.]
I-11
|
34009 |
afladen |
lossen:
lǫsǝn (K315p Oostham)
|
Wanneer de kar met de lading op de plaats van bestemming is aangekomen, wordt deze laatste afgeladen. Vergelijk voor het woordtype aftrekken ook het lemma Mest Van De Kar Aftrekken in WLD I, afl. 1, p. 11. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-10
|
20437 |
afleggen van een dode |
lijken:
znd 32, 20;
léékn (K315p Oostham)
|
een doode lijken (vooraleer hij gekist wordt) [ZND 32 (1939)]
III-2-2
|
17722 |
afloeren, bespieden |
afloeren:
aflūrən (K315p Oostham)
|
iets bespieden [ZND 32 (1939)]
III-1-1
|
25337 |
afpassen met de voet, aftreden |
aftreden:
aftrēͅən (K315p Oostham)
|
aftreden [Goossens 1b (1960)]
III-4-4
|