e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L250p plaats=Arcen

Overzicht

Gevonden: 2266

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
admiraalsvlinder ummervlinder: ummervlinder (?) (Arcen) admiraal of atalantavlinder [DC 18 (1950)] III-4-2
afgeroomde melk centrifugemelk: sɛntǝrfȳsmɛlk (Arcen), fugemelk: fȳsmɛlk (Arcen) De vloeistof die overblijft als de melk ontroomd is. [A 7, 15 en 17; A 23, 4a; L 27, 29; JG 1a, 1b; L 1u, 103; Lu 1, 3 en 4a; monogr.] I-11
afkijken afkijken: aafkieken (Arcen) afschrijven; Bij een buurman of buurvrouw kijken? [DC 48 (1973)] III-3-1
afkomst afkomst: āfkoms (Arcen) afkomst [N 87 (1981)] III-2-2
afrastering van wei gelint: gǝlent (Arcen) Kunstmatige omheining, doorgaans een afrastering van met draad verbonden palen. [N 14, 62; S 11; Gwn 16, 11; A 25, 8; N 11, 8 add.; monogr.] I-8
afrikaantje afrikaantje: -  afrikaantjes (Arcen), stinker: -  stinkers (Arcen) Afrikaantje (tagetes patula). De bladeren zijn samengesteld en tevens ovaal. De bloemkorfjes staan op zeer verdikte stelen. Het zijn lage plantjes, welke vaak gebruikt worden voor randen en mozaïek-perken. De bloemen zijn donkergeel, meest met bruin gekle [DC 54 (1979)] III-2-1
afromen afromen: ɛfrymǝn (Arcen) De room van de melk scheppen. Men kon de room van de melk scheiden door met een houten latje de room tegen te houden, terwijl de ontroomde melk door de tuit van de in schuine stand gehouden roomschotel wegvloeide. Een andere methode was de melk overgieten of aflaten in een andere kruik of emmer, terwijl men de aan de oppervlakte gevormde room tegenhield door blazen. Een modernere manier van scheiden van room en melk gebeurde met de melkmachine of centrifuge. [A 23, 3; Lu 1, 3; JG 1a, 1b, 1d; Vld.; monogr.] I-11
afschuimen afhalen: afhalen (Arcen) De gist afscheppen met behulp van een schuimlepel. [N 35, 69; N 35, 71] II-2
aftrekken, uitwinnen uithalen: uthālǝ (Arcen) Na het inkappen rolt de maaier met de mathaak de halmen samen en haalt ze naar zich toe. Het is de "tweede fase" van de zichtbehandeling. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en bij het lemma ''afleggen'' (4.4.3) bij het maaien met de zeis. [N 15, 16g; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 23, 16.2; L 48, 34.2; Lu 2, 34.2; monogr.; add. uit N 15, 16i] I-4
aftroggelen troggelen: troggele (Arcen) troggelen (af~) [SGV (1914)] III-3-1