e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L415p plaats=Opoeteren

Overzicht

Gevonden: 3008

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aardappelstruik bos: bos (Opoeteren) Het geheel van de aardappelplant of aardappelbos: wortels, stengels. bladeren en bloemen. In het lemma en op de kaart is aangetekend waar zich de opvallende monoftong /u/ bevindt in struik, terwijl men een diftong of palatalisering zou verwachten; zie Stevens 1951, 249. Voor de fonetische documentatie van de typen aardappel en patat, zie het lemma Aardappel. [N 12, 5; JG 1a, 1b; A 23, 17c; Lu 1, 17c; monogr.] I-5
aardbei aardbeer: ēͅrdbīər (Opoeteren), èèrbiêr (Opoeteren) [ZND 19A (1936)]aardbei I-7
aarde, grond aarde: ɛ̄rt (Opoeteren) aarde [ZND A1 (1940sq)] III-4-4
aarden genaken: kan ook verniêke In det nûw hûs koste ze zich mè neet geniêke  geniêke (Opoeteren), gewend: Noa ein paar daag woare ze al good gewi-jndsj in hun nûw hûs  gewi-jndsj (Opoeteren), soms ook  gewöndsj (Opoeteren) goed aardend || het gewoon worden, aarden III-1-4
aarden pot aarden pot: ē̜rdǝ pǫt (Opoeteren), roompot: rǫwmpǫt (Opoeteren), stenen pot: stęjnǝ pǫt (Opoeteren) Aarden pot, bleekbruin van kleur. Dorren (Valkenburgs Woordenboek) merkt op pag. 15 over de term baar op: ø̄̄Naar de grootte onderscheidt men één-, twee- en drieschildersbaren, wijl ze gemerkt zijn met één, twee of drie schildjes (reliefstempels), met een inhoud van circa 20, 30 en 40 liter.ø̄̄ De driekroonse pot was een verglaasde pot voor het inmaken van zuurkool, braadworst en bonen. De pot was gemerkt met drie kroontjes en had een inhoud van 20 tot 50 liter. Het woordtype driekronenpot duidt waarschijnlijk een vergelijkbare pot aan. Zie hiervoor ook de toelichting bij het lemma ɛstroopvatɛ in wld II.2, pag. 59.' [N 49, 103b; L 1a-m; L 32, 15a; L 32, 15b; R 3, 5; S 1; monogr.] II-8
aars kont: ko.nt (Opoeteren) [JG 1a, 1b; N 8, 13, 32.9 en 35] I-9
aartsengel aartsengel: aartsingel (Opoeteren) Een aartsengel (zoals Gabriël, Michaël, Rafaël). [N 96D (1989)] III-3-3
aarzelen drezen: drejse (Opoeteren), cf.Schuermans p. 106 s.v. "drezen"met de opmerking van een inzender dat "drezen"met "draaien"verwant is. (Schuermans betwijfelt dat)  dreise (Opoeteren), hoetelen: mindere gebruikt vero. vorm huitele  hûtele (Opoeteren) aarzelen || aarzelen, van het (of de) ene naar het (de) andere lopen III-1-4
aas in het kaartspel haas: harten haos (Opoeteren), haast: haosten (Opoeteren, ... ), harten haost (Opoeteren) Aas: harten aas (in het kaartspel). [ZND 19A (1936)] || Ik heb de vier azen. [ZND 19A (1936)] III-3-2
absolutie absolutie (<fr.): abselutie (Opoeteren) Absolutie [abseloetsioeën]. [N 96D (1989)] III-3-3