e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

Gevonden: 4619
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ziekelijk krankelijk: krénkəlik (Brunssum) Ziekelijk: telkens ziek (ziekelijk, ongans, lelijk, zuchtig). [N 84 (1981)] III-1-2
ziekenhuis hospitaal: hospitaal (Brunssum), hóspiĕtáál (Brunssum) Ziekenhuis: inrichting voor het verplegen van zieken (hospitaal, gasthuis). [N 84 (1981)] III-1-2
ziekte krankte: krän(c)de (Brunssum) ziekte [SGV (1914)] III-1-2
ziel ziel: ie v. bier  ziel (Brunssum) ziel [SGV (1914)] III-3-3
zien, kijken kijken: Lang.  kieke (Brunssum), zien: zieə (Brunssum), zīə (Brunssum) kijken [SGV (1914)] || zien [RND], [SGV (1914)] III-1-1
zijde zij: pien in de ziej (Brunssum), ziej (Brunssum), zīē (Brunssum) zij, zijde (pijn in de zij) [N 07 (1961)] || Zijde, flank: de zijkant van de buik tussen onderste ribben en heup (zijde, lank, flank) [N 84 (1981)] III-1-1
zijdelingse druk stootdruk: štōsdrøk (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Zijdelingse druk op de wanden van een mijngang. [N 95, 386; N 95, 387; N 95, 845; monogr.] II-5
zijden omslagdoek zijden plag: zieje plak (Brunssum, ... ) omslagdoek, zijden ~ [N 23 (1964)] III-1-3
zijn neus snuiten snoeven: sjnōēve (Brunssum) snuiten: zijn neus snuiten [sneuve, snutte] [N 10a (1961)] III-1-2
zijn woede luchten zich uitlaten: zich ōēt⁄laotə (Brunssum) zijn woede proberen kwijt te raken door iets te doen of te zeggen [N 85 (1981)] III-1-4