e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121c plaats=Bleijerheide

Overzicht

Gevonden: 4871
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zoethout zoethout: zus’hoots (Bleijerheide) zoethout III-2-3
zoetstof voor peperkoek zeem: zeem (Bleijerheide) De diverse zoetstoffen die in het peperkoekdeeg verwerkt worden. Inhoudelijk zijn het verschillende zaken. Vergelijk het lemma ''zoetstof voor taai-taai''. [N 29, 88b] II-1
zoetvijl, fijne vijl zoetvijl: zøs˲vil (Bleijerheide) Vijl met een fijn bekapt blad. Doorgaans heeft het blad van een zoetvijl ongeveer 60 tanden per inch (Handboek Gereedschap, pag. 238). De zoetvijl wordt gebruikt voor harde metalen en voor het afwerken en, aldus de invuller uit P 219, het polijsten of polieren van metalen. Het blad van de vijl kan verschillende vormen hebben. [N 33, 90; N 64, 53b-c] II-11
zolder spijker: špai̯xər (Bleijerheide), zolder: zøͅldər (Bleijerheide) zolder III-2-1
zolderkamer mansarde-zimmer: manzardətsemər (Bleijerheide), zolder-zimmer: zøͅldərtsemər (Bleijerheide) zolderkamer III-2-1
zomen zomen: zø̄mǝ (Bleijerheide), zø̜mǝ (Bleijerheide) Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.] II-7
zomerkapmanteltje pelerine (<fr.): pelerien (Bleijerheide) kapmanteltje voor de zomer met een ovaalvormig voor- en achterpand [pelderien] [N 25 (1964)] III-1-3
zomerkleren zomerkleren: zommer kleier (Bleijerheide) zomerkleren [N 23 (1964)] III-1-3
zondagse kleren beste kleren: beste klei-er (Bleijerheide), zondagskleren: zondes-klei-er (Bleijerheide) zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
zonder voor spitten ombuttelen: ømbøtǝlǝ (Bleijerheide) Manier van spitten waarbij men - anders dan bij het spitten in voren - min of meer in de breedte werkt en iedere spade grond voor zich uit (voor de hand) omlegt. [N 11, 65c; N 11A, 148b; div.] I-1