e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q032p plaats=Schinnen

Overzicht

Gevonden: 4527

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
absis absis (lat.): de absïs (Schinnen), priesterkoor: preesterkoear (Schinnen) De halfronde of meerhoekige uitbouw van het priesterkoor waarin het hoofdaltaar staat [absis]. [N 96A (1989)] III-3-3
absolutie absolutie (<fr.): absolusie (Schinnen), absolutie (Schinnen, ... ) Absolutie [abseloetsioeën]. [N 96D (1989)] III-3-3
abt abt: abt (Schinnen), overste: euversjte (Schinnen), uèvesjte (Schinnen) Een overste in een klooster, abt [euverste, opperste]. [N 96D (1989)] III-3-3
accijns accijns (<lat.): accijns (Schinnen), aksiêns (Schinnen) de belasting op etenswaren [accijns] [N 90 (1982)] III-3-1
achterbodem bodem: bǭm (Schinnen), deksel: dęksǝl (Schinnen) De achterste bodem van een bierton tegenover de voorbodem. [N 35, 94] II-2
achterdocht achterdocht: achterdoch (Schinnen) achterdocht [SGV (1914)] III-1-4
achterdochtig achterbaks: achterbaks (Schinnen), achterdochtig: achterdochtig (Schinnen) een kwaad vermoeden over iemands handelingen of bedoelingen hebbend [achter-koutig, achterkousig, achterdochtig] [N 85 (1981)] III-1-4
achterhand van het paard achterwerk: achterwerk (Schinnen) Het achtergestel van een paard, in tegenstelling met de voorhand of het voorste deel (3.1.3), en het middendeel of de middenhand (3.3.5). [N 8, 13 en 32.9] I-9
achterneef achterneef: axtərneͅi̯f (Schinnen) neef; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van neven (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achterneven?) [DC 05 (1937)] III-2-2
achternicht achternicht: axtərnix (Schinnen) nicht; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van nichten (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achternichten?) [DC 05 (1937)] III-2-2