e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K315p plaats=Oostham

Overzicht

Gevonden: 2157

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
appelmoes appelspijs: apəlspēͅs (Oostham) appelmoes [ZND 32 (1939)] III-2-3
aren lezen aren lezen: ǭrǝ lēzǝ (Oostham), koren rapen: kōrǝ rǭpǝ (Oostham) Het oprapen en verzamelen van de achtergebleven aren op het veld. Het was vroeger gewoonte de aren die op het pasgemaaide en geoogste veld achterbleven, te laten liggen, zodat behoeftigen deze konden verzamelen. Het was een vorm van armenzorg. [N 15, 35; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 39, 40; Lu 3, 6; R [s], 31; R 3, 68; monogr.; add. uit A 23, 16.2] I-4
arend van de zeis ang: ãŋ (Oostham) Het blad van de zeis loopt aan de zijde waar het met de steel verbonden is uit in een smal, vaak extra verstevigd, stukje staal, de arend, dat tegen de steel van de zeis aanligt en door middel van de zeisring daaraan wordt vastgemaakt. Aan het uiteinde is de arend voorzien van een nokje dat in een gat in de steel wordt gestoken of geslagen; soms zijn er twee dergelijke nokjes (vergelijk het woordtype dobbelang). Voor de hoek die de arend met het zeisblad maakt, en het belang hiervan voor een goede "voering" van de zeis, zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. Zie afbeelding 5, nummer 1. [N 18, 68a; JG 1a, 1b; A 4, 28c; A 14, 1; L 20, 28c; L 45, 1; monogr.] I-3
armband armband: arəmbānd (Oostham), bracelet (fr.): brasəleͅt (Oostham) armband (Fr> bracelet) [ZND 32 (1939)] III-1-3
arme mens arme mens: nən ärəmə mens (Oostham) een arme mens [ZND 32 (1939)] III-3-1
armoede armoede: armu (Oostham), armui (Oostham) armoede [ZND 32 (1939)] III-3-1
armvol armvol: ermvol (Oostham, ... ), ęrǝvǝl (Oostham), ɛrǝmvǫl (Oostham) armvol [ZND 01 (1922)], [ZND 01u (1924)] || De hoeveelheid stro of aren die men in de armen kan vasthouden. Zie ook het lemma ''handvol hooi'' (5.1.4) in aflevering I.3. [N 7, 58; L 1, a-m; L 1u, 8; L A1, 88; Wi 51; monogr.] I-4, III-4-4
arresteren aanhouden: aogəhēiwə (Oostham) De politie heeft hem aangehouden. [ZND 33 (1940)] III-3-1
as assen: asən (Oostham) as [ZND 32 (1939)] III-2-3
as, spil van de rol pin: pe ̝n (Oostham), spil: spel (Oostham) De in dit lemma verenigde termen betreffen ofwel (elk van) de twee, als as fungerende pinnen in de uiteinden van de houten rol, ofwel de as van de ijzeren paarderol. [JG 1a; JG 1b add.; N 11A, 184e; monogr.] I-2