e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

Gevonden: 5178

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aardmannetje (kabouter) aardmannetje: êrdmĕnneke (Valkenburg), alvermannetje: awvermĕnneke (Valkenburg) aardmannetje [SGV (1914)] III-3-3
aars vot: vǫt (Valkenburg) [JG 1a, 1b; N 8, 13, 32.9 en 35] I-9
aartsbisschop aartsbisschop: nne aartsbiessjop (Valkenburg) Een aartsbisschop [ärtsbiskop]. [N 96D (1989)] III-3-3
aartsengel aartsengel: `nne aartsingel (Valkenburg) Een aartsengel (zoals Gabriël, Michaël, Rafaël). [N 96D (1989)] III-3-3
aarzelen draaien: drièje (Valkenburg) aarzelen [SGV (1914)] III-1-4
aas in het kaartspel aas: roeten oas (Valkenburg) Aas: Ruiten aas. [SGV (1914)] III-3-2
abrikoos appelkouw: applekouw (Valkenburg) I-7
absis absis (lat.): absies (Valkenburg) De halfronde of meerhoekige uitbouw van het priesterkoor waarin het hoofdaltaar staat [absis]. [N 96A (1989)] III-3-3
absolutie absolutie (<fr.): abseluusje (Valkenburg) Absolutie [abseloetsioeën]. [N 96D (1989)] III-3-3
abt abt: ab (Valkenburg), overste: äöversjte (Valkenburg) Een overste in een klooster, abt [euverste, opperste]. [N 96D (1989)] III-3-3