e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q116p plaats=Simpelveld

Overzicht

Gevonden: 2877

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) anjer: -  anjer (Simpelveld), violet: -  flet (Simpelveld, ... ) tuinanjer [SGV (1914)] III-2-1
anker anker: anker (Simpelveld) anker [SGV (1914)] III-3-1
appelbol krollemol: króllemol (Simpelveld) gebakken appelbol III-2-3
arduin, hardsteen blauwe steen: blauwsjtēē (Simpelveld), natuursteen: natòer sjtéé (Simpelveld) hardsteen, harde, meest blauwgrijze kalksteen, gebruikt voor stolpen, hoekstenen enz [arduin] [N 81 (1980)] III-4-4
arend van de zeis ang: ãŋ (Simpelveld) Het blad van de zeis loopt aan de zijde waar het met de steel verbonden is uit in een smal, vaak extra verstevigd, stukje staal, de arend, dat tegen de steel van de zeis aanligt en door middel van de zeisring daaraan wordt vastgemaakt. Aan het uiteinde is de arend voorzien van een nokje dat in een gat in de steel wordt gestoken of geslagen; soms zijn er twee dergelijke nokjes (vergelijk het woordtype dobbelang). Voor de hoek die de arend met het zeisblad maakt, en het belang hiervan voor een goede "voering" van de zeis, zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. Zie afbeelding 5, nummer 1. [N 18, 68a; JG 1a, 1b; A 4, 28c; A 14, 1; L 20, 28c; L 45, 1; monogr.] I-3
arend van een vijl stift: štef (Simpelveld), vijlenspits: vilǝšpets (Simpelveld) Het spits uitlopende deel van de vijl dat in het handvat wordt gestoken. Zie ook het lemma "vijlhandvat". Zie ook afb. 97. [N 33, 104; N 33, 203] II-11
armbestuur armbestuur: ermbesjtuur (Simpelveld) de instelling die zich tot doel stelt arme mensen te ondersteunen [arme, armekom-mer, grootvaal, armbestuur] [N 90 (1982)] III-3-1
armoedig armzalig: ermzīēlig (Simpelveld) armoedig [SGV (1914)] III-3-1
armvol armvol: ɛrvǝl (Simpelveld) De hoeveelheid stro of aren die men in de armen kan vasthouden. Zie ook het lemma ''handvol hooi'' (5.1.4) in aflevering I.3. [N 7, 58; L 1, a-m; L 1u, 8; L A1, 88; Wi 51; monogr.] I-4
arresteren vastzetten: vaszette (Simpelveld) iemand in hechtenis nemen [bekommeren, arresteren] [N 90 (1982)] III-3-1