e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P171p plaats=Landen

Overzicht

Gevonden: 384

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ei zonder schaal ei zonder schaal: ē zondǝr sxou̯l (Landen), lijsteier (mv.): lęi̯sē̜r (Landen) Ei dat alleen door een vlies is omgeven en dat geen schaal heeft. [N 19, 54a; N 7, 11; JG 1b, 1c, 2c; L 5, 80; Vld.; L B2, 366; monogr.] I-12
elastiek elastiek: elastek (Landen), kattepees: kattepees (Landen), lijp: lē̜p (Landen), lęjp (Landen) Band- of koordvormig stuk gummi. Elastiek komt voor als enkele draad of als gevlochten of geweven band, in verschillende breedten, en het kent vele toepassingen. [N 59, 42; N 62, 61; L 34, 86; MW; monogr.] II-7
elektrische tram elektrieken tram: eletrikke tram (Landen), elətriken tram (Landen), elektrische tram: electrische tram (Landen), tram bet de elektriek: tram be de elletrik (Landen) Een electrische tram. [ZND 34 (1940)] III-3-1
entre-deux entre-deux: ãtrǝdø (Landen), entre-deux (Landen) Kanten tussenzetsel in een gordijn, een schort, een kleed enz. [N 62, 81b; N 62, 81a; L 35, 5] II-7
envelop envelop (<fr.): amveloppe (Landen), een envelop (Landen), ənən amvəlop (Landen), omslag: ənən ymslax (Landen) een omslag (van een brief) [ZND 39 (1942)] III-3-1
fiets fiets: en fits (Landen), fits (Landen), velo: ene velo (Landen), vèlo (Landen), əne veilauw (Landen), ənə vēlōū (Landen), mannelijk  de vijlo (Landen) Fiets. [ZND 35 (1941)] III-3-1
fietser veloman: de twie velomanner kruisen melkander (Landen), velomanner onduidelijk  de twie velomanner kruisen mekoar (Landen), velorijder: de twie vèlerejers krösen elkaar (Landen) De twee fietsers kruisen elkaar, [ZND 29 (1938)] III-3-1
fluit fluit: fleut (Landen), fluitje: flökke (Landen) Fluit. [Willems (1885)] III-3-2
fluiten fluiten: fleute (Landen) Fluiten. [Willems (1885)] III-3-2
fluweel, velours fluweel: flywęjl (Landen), velours: flūr (Landen) Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.] II-7