e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

Gevonden: 5514

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
absolutie absolutie (<fr.): abselutie (Lommel) Absolutie [abseloetsioeën]. [N 96D (1989)] III-3-3
abt overste: ovərstə (Lommel) Een overste in een klooster, abt [euverste, opperste]. [N 96D (1989)] III-3-3
abuis abuis: abuus (Lommel), ge zet abus (Lommel), ook materiaal znd 19a,6  gè zet abus (Lommel), er langs neven: das er langs neffen (Lommel), mis: das mis (Lommel), verkeerd: das verkieërt (Lommel) abuis [ZND 01 (1922)] || abuis, vergissing || Dat is mis. [ZND 38 (1942)] || Ge zijt abuis (= ge vergist u). [ZND 19 (1936)] III-1-4
achterbies [wld ii.10, p. 25-26] achterbies: achterbies (Lommel) Een reep leer, die aan de buitenkant van de schoen, van de hak af naar boven loopt, evenwijdig aan de achillespees en die vaak diende om een eventuele naad te verbergen, b.v. bij derby modellen (achterbies)? Zie tek. 18b [N 60 (1973)] III-1-3
achterdocht erg: ik ha der gên erg ien (Lommel), ik ha er gen erg in (Lommel), ik haa gin erg (Lommel), ook materiaal van vr.lijst 32, vr. 44  ik ha der gên erg ien (Lommel), ik haa gin erg (Lommel), kwade gedacht: ik ha gè ko gedacht (Lommel), kwade gedachten: ook materiaal van vr.lijst 32, vr. 44  ik ha gè koi gedachte (Lommel) achterdocht [ZND 01 (1922)] || ik had geen achterdocht (ik vermoedde geen kwaad) [ZND 32 (1939)] III-1-4
achtergebleven hooi harken opscharren: ǫpsxǭrǝ (Lommel) Wanneer het hooi is binnengehaald werd soms nog eens het hooiland afgeharkt om het achtergebleven hooi te verzamelen. [N14, 122; A 34, 4 add.] I-3
achterhaam achterhaam: ǭxtǝrǭm (Lommel) Samenstel van riemen dat op het achterwerk van het paard wordt gelegd en dient om de kar achteruit te stoten. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 74; monogr.] I-10
achterhand van het paard achterkwartieren: āxtǝrkwartiǝrǝ (Lommel), achterwerk: axtǝrwęrǝk (Lommel) Het achtergestel van een paard, in tegenstelling met de voorhand of het voorste deel (3.1.3), en het middendeel of de middenhand (3.3.5). [N 8, 13 en 32.9] I-9
achterhoofd achterkop: āchtərkoͅp (Lommel), achterste van de kop: ⁄t achterste van mijn kop (Lommel), vanachter op de kop: van achter op mijn kop (Lommel), vanachter op het hoofd: van achter op het hoofd (Lommel) achterhoofd [N 10 (1961)] III-1-1
achterklauw achterklauw: āxtǝrklāw (Lommel) Achterste deel van de hoef. [N 3A, 119c] I-11