22897 |
aswoensdag |
asselegoensdag:
Esjlegoonsdig (Q116p Simpelveld)
|
Aschwoensdag [SGV (1914)]
III-3-3
|
33499 |
augurk |
gurk:
goerk (Q116p Simpelveld)
|
Een soort van kleine komkommer die vaak in azijn wordt ingemaakt; een augurk (canichon, augurk). [N 82 (1981)]
I-7
|
21137 |
auto |
wagen:
waan (Q116p Simpelveld)
|
een bestuurbaar voertuig op 3 of meer wielen, voortbewogen door een zich daarin bevindende motor, meestal gedreven door benzine [auto, wagen, kar, tuffer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22370 |
autoped |
roller:
roller (Q116p Simpelveld)
|
Step.
III-3-2
|
25073 |
averechts, achterstevoren |
links:
links (Q116p Simpelveld)
|
niet de goede zijde tonend [averechts, verhard, verkeerd, keeraats] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20582 |
avondmaal |
avonds-caf:
aovendskaffie (Q116p Simpelveld)
|
maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20546 |
azijn |
essig:
essig (Q116p Simpelveld, ...
Q116p Simpelveld),
issəg (Q116p Simpelveld),
èsig (Q116p Simpelveld),
èssich (Q116p Simpelveld)
|
azijn || azijn; Hoe noemt U: De zure vloeistof bestaande uit azijnzuur en water, die o.a. gebruikt wordt bij het bereiden en conserveren van spijzen (azijn, arzijn, eek) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22321 |
baantje glijden op het ijs |
slepen:
sjliefe (Q116p Simpelveld)
|
glijden [SGV (1914)]
III-3-2
|
17584 |
baard |
baard:
bát (Q116p Simpelveld)
|
baard [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
20551 |
babbelaar |
zeemklompje:
zeemklumgə (Q116p Simpelveld)
|
babbelaar; Hoe noemt U: Een balletje van suiker of stroop (babbelder, babbelaar, brok, babbel(tje), suikerbal, sabbelder, ababol, rababbel, kussentje, spekje, steek, kokinje, babbelut) [N 80 (1980)]
III-2-3
|