e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113a plaats=Welten

Overzicht

Gevonden: 882

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blauwe bosbes wolber: -  wolber (Welten, ... ) blauwe bosbes [DC 13 (1945)] III-4-3
bliksem, bliksemflits bliksemstraal: bliksemsjtraol (Welten) bliksemschicht, bliksemstraal [weerlicht, blidderum] [N 22 (1963)] III-4-4
bliksemen bliksemen: ⁄t bliksemt (Welten) bliksemen met een felle straal [t vuurlicht] [N 22 (1963)] III-4-4
bloedgang (het) zuiveren: zȳvǝrǝ (Welten) Uitscheiding van een niet bevruchte koe. [N 3A, 31] I-11
bloedluis bloedluis: Veldeke  bloodloeès (Welten) bloedluis, luis die kankergezwellen veroorzaakt aan appelbomen [N 26 (1964)] III-4-2
bloedzuiger bloedzuiger: Veldeke  bloodzuuger (Welten) bloedzuiger [lok, echel, deegel, bloodiegel, -zuuker] [N 26 (1964)] III-4-2
bodem bodem: bǭm (Welten) De uit planken bestaande bodem van de bak van de kar, wagen of kruiwagen. [N 17, 23 + 45; N 18, 99; N G, 53d; JG 1a; monogr.] I-13
boer boer: būr (Welten) Waar de aangegeven meervoudsvorm afwijkt van de regelmatige -ǝ(n) achtervoeging, is dat hier opgenomen. Op kaart 5 zijn de verspreidingsgebieden van de Nederlandse afleidingen labeurder "boer" en labeuren "boeren" en "hard werken" van het Franse labeur aangegeven. [N 5A, 95b; A 3, 37; A 16, 22; A 20, 1b; L 1, a-m; L 4, 37; L 14, 6; S 4 en 6; Wi 15; monogr.] I-6
boerderij, algemeen boerderij: burdǝrii̯ (Welten), hof: hof (Welten) Het gehele complex, alle opstallen te samen genomen. De oorspronkelijke betekenis van hof is "binnenhof, omheinde ruimte"; hier is sprake van ellips uit hofstede, "hoeve". Onder bedrijf is de specifieke betekenis van "boerenbedrijf" te verstaan; het algemene gedoen heeft ook diezelfde specifieke betekenis. De betekenis van labeur en labeuring is hier het gehele complex van het boerenbedrijf, vaak met de bijbetekenis van "waar zwaar werk wordt gedaan"; vergelijk de lemma''s "boeren" (1.1.8) en "werken op de boerderij" (1.3.10). Vele benamingen die voor de boerderij in het algemeen zijn opgegeven, zoals winning en hof, komen ook terug onder de specifieke boerderijnamen, zoals "eigen hoeve" en "pachthoeve". De geografische uitgebreidheden van deze termen verschillen van begrip tot begrip. Zie de betrokken lemmata van deze paragraaf. Staai is oorspronkelijk de benaming van een bepaalde boerderij bij het veer in Wanssum; de benaming correspondeert aan stade, een afleiding van staan. Bij schans wordt aangetekend: "hoeve met water rondom"; bij kraam: $$speciale betekenis$$ "boerderij". Munkhof correspondeert met monnikhof, te verstaan als "abdijhoeve". Kaart 1 is een verzamelkaart; ook de samenstellingen met hof,geleg, plaats en winning van het lemma "grote boerderij" (1.1.2) zijn erin ondergebracht. [A 10, 2a; A 11, 4; L 1, a-m; L 12, 1; L 22, 1; L 38, 20 en 22; S 4; Wi 4; monogr.; add. uit N 5A, 95; L 37, 11a] I-6
bonte koe met rode kop roodbonte: rūtbōntǝ (Welten) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe''(3.3.1). [N 3A, 123a] I-11