29574 |
aarden pot |
aarden pot:
ē̜rdǝ pǫt (L210p Venray),
boterpot:
bōtǝrpǫt (L210p Venray),
keulse pot:
kølsǝ pǫt (L210p Venray),
kø̜lsǝ pǫt (L210p Venray),
stenen pot:
stęǝnǝ pǫt (L210p Venray)
|
Aarden pot, bleekbruin van kleur. Dorren (Valkenburgs Woordenboek) merkt op pag. 15 over de term baar op: ø̄̄Naar de grootte onderscheidt men één-, twee- en drieschildersbaren, wijl ze gemerkt zijn met één, twee of drie schildjes (reliefstempels), met een inhoud van circa 20, 30 en 40 liter.ø̄̄ De driekroonse pot was een verglaasde pot voor het inmaken van zuurkool, braadworst en bonen. De pot was gemerkt met drie kroontjes en had een inhoud van 20 tot 50 liter. Het woordtype driekronenpot duidt waarschijnlijk een vergelijkbare pot aan. Zie hiervoor ook de toelichting bij het lemma ɛstroopvatɛ in wld II.2, pag. 59.' [N 49, 103b; L 1a-m; L 32, 15a; L 32, 15b; R 3, 5; S 1; monogr.]
II-8
|
19509 |
aardewerk |
aardewerk:
aerdewaerk (L210p Venray)
|
aardewerk
III-2-1
|
23315 |
aardmannetje (kabouter) |
aardmannetje:
èrdmenneke (L210p Venray)
|
aardmannetje [SGV (1914)]
III-3-3
|
17653 |
aars |
reet:
reet (L210p Venray)
|
aars, darmuitgang [N 10c (1995)]
III-1-1
|
17654 |
aarsspleet |
voor:
Volgens de informant afkomstig van vore.
voor (L210p Venray)
|
aarsspleet tussen de billen [N 10c (1995)]
III-1-1
|
19283 |
aarzelen |
rikraaien:
rikraoje (L210p Venray),
rikroaje (L210p Venray),
treuzelen:
treuzele (L210p Venray),
wachten:
waachte (L210p Venray, ...
L210p Venray)
|
aarzelen [SGV (1914)] || bang om iets te doen, niet durven doen [aarzelen, twijfelen, tukken, treuzelen, teutelen, draaien] [N 85 (1981)] || twijfelen, aarzelen, dubben etc. || uit besluiteloosheid zich weerhouden, niet goed durven [aarzelen, dubben, teutelen, pieraarzen, dobben] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22741 |
aas in het kaartspel |
aas:
aos (L210p Venray),
rŭŭten oas (L210p Venray),
Klevveren aos.
aos (L210p Venray)
|
Aas van het kaartspel. || Aas: Ruiten aas. [SGV (1914)] || En hoe [noemt u van het kaarspel] de [verschillende] plaatjes? - I. Aas. [DC 52 (1977)]
III-3-2
|
23415 |
absis |
hoogkoor:
hoeeg koeer (L210p Venray)
|
De halfronde of meerhoekige uitbouw van het priesterkoor waarin het hoofdaltaar staat [absis]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21717 |
accijns |
accijns (<lat.):
āksijns (L210p Venray)
|
de belasting op etenswaren [accijns] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
25838 |
achterbodem |
bodem:
bōjǝm (L210p Venray)
|
De achterste bodem van een bierton tegenover de voorbodem. [N 35, 94]
II-2
|