e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L320a plaats=Ell

Overzicht

Gevonden: 5012

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
achterhaam achterhaam: axtǝrhām (Ell) Samenstel van riemen dat op het achterwerk van het paard wordt gelegd en dient om de kar achteruit te stoten. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 74; monogr.] I-10
achterhoofd achterhoofd: NB: veurhuit = voorhoofd.  achterhuit (Ell) achterhoofd [N 10 (1961)] III-1-1
achternaafband band: bantj (Ell  [(mv be̜nj)]  ) De ijzeren band om het achtereinde van de naaf, aan de kant van de wagen. De achternaafband is doorgaans smaller dan de muilband. Zie ook afb. 214. [N G, 43d; N 17, 60b; Vld.] II-11
achterste kont: kôntj (Ell, ... ) [N 10c (1961)] [N 10c (1995)] III-1-1
achteruit plaats: plaats (Ell) Open plaats achter een huis (dam, werft, bleek, achteruit, plaats) [N 79 (1979)] III-2-1
achteruitgaan retireren (<fr.): retirère (Ell) Achteruitgaan (wijken, deinzen). [N 84 (1981)] III-1-2
achterwand achterschot: axtǝršot (Ell), bred: brēt (Ell) De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enqu√™te opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.] I-13
achterwerk bats: i.e. billen.  batse (Ell), stuiver: Oudere generatie.  stuver (Ell) [N 10c (1961)] III-1-1
achterwerkers binnenwerkers: benǝwerkǝrs (Ell) Metselstenen voor de binnenste spouwmuur. Volgens de invuller uit L 210 werden de binnenmuren van een goedkopere en zachtere steen opgetrokken. Ze werden na het metselen met een troffel met specie bestreken en met een natte handveger glad gestreken. Het opmetselen van de binnenmuur werd in L 289 en L 289b 'binnenwerk' ('benǝwęrǝk') of 'achterwerk' ('axtǝrwęrǝk') genoemd. Zie voor het woordtype 'boerengrauw' ook het lemma 'Metselsteenkwaliteit' in wld ii.8, pag. 72. [N 31, 35g; monogr.] II-9
achterwiel van een fiets achterrad: achterraad (Ell) het achterwiel van een fiets [riks] [N 90 (1982)] III-3-1