e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121a plaats=Ch?vremont

Overzicht

Gevonden: 2160

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
balkenbrij balkenbrij: bal’kebrij (Chèvremont), panharst: pan’nas (Chèvremont) balkenbrij III-2-3
balklaag, roostering gebalk: jǝbɛlǝk (Chevremont) De gezamenlijke balken die op één verdieping gelegen zijn. Zij vormen de basis voor de vloer van de betreffende verdieping en de zoldering van de onderliggende verdieping. In L 210 werden de zolderribben geplaatst als de muren op plafondhoogte gemetseld waren. [N 54, 115a; monogr.] II-9
band reep: rēf (Chevremont) In het algemeen de band die de houten duigen van een vat of kuip omspant en bijeenhoudt. De band is doorgaans van ijzer vervaardigd. Vroeger werden ook houten banden gebruikt. [A 19, 1a; monogr.] II-12
bang bang: bang (Chèvremont), Doie bis inne bange tsiebbel: je bent een bangerik  bang (Chèvremont) bang III-1-4
bangerik banget: ban’get (Chèvremont), boksenbodem: bók’seboam (Chèvremont), floepjanus: floep’janus (Chèvremont), puimenzeiker: peu’mezeker (Chèvremont) bangerd || bangerik III-1-4
bankschroef schroefstok: šrufštǫk (Chevremont) In het algemeen het werktuig dat door metaalbewerkers wordt gebruikt om werkstukken vast te zetten. Het bestaat uit twee bekken waarvan de ene aan de werkbank is bevestigd en de andere door middel van een draadspil open en dicht kan worden gedraaid. Tussen de bekken wordt het te bewerken voorwerp vastgeklemd. Het lemma bevat ook benamingen voor de staartbankschroef en de parallelbankschroef. De staartbankschroef is aan de onderzijde voorzien van een pin waarmee dit werktuig in of aan de werkbank kan worden vastgemaakt. De parallelbankschroef ontleent haar naam aan het feit dat de klemvlakken van de bekken ervan zich bij het open- en dichtdraaien evenwijdig van respectievelijk naar elkaar toe bewegen. Dit type bankschroef wordt met behulp van schroefbouten op het werkvlak van de werkbank vastgezet. De staartbankschroef is doorgaans gesmeed uit staal terwijl de parallelbankschroef meestal uit gietstaal is vervaardigd. Zie ook afb. 57. Een aantal Vlaamse zegslieden (K 353, P 176b) kennen verder nog lichte en zware bankschroeven. Het is echter niet duidelijk welk type bankschroef zij hiermee bedoelen. [N 33, 204a; N 64, 31a-b; N 66, 12a-b; monogr.] II-11
bankwerker bankwerker: baŋkwerkǝr (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]) [monogr.; N 95, 147] II-5
basiliek basiliek (<lat.): bazeliek (Chèvremont) Een basiliek. [N 96A (1989)] III-3-3
bed bed: bɛt (Chèvremont), klap: klap (Chèvremont), vlo-pès: vluəpys (Chèvremont), vlokist: vluəkes (Chèvremont) bed || bed (spottend gebr.) III-2-1
beddengoed bedgetuig: bɛtjətsyx (Chèvremont), bedtuig: bɛttsyx (Chèvremont), bedwas: bɛtwɛ̄š (Chèvremont) beddegoed || beddelinnen III-2-1