e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q021p plaats=Geleen

Overzicht

Gevonden: 5298

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
acoliet acoliet: akkeliet (Geleen) Een acoliet, een oudere misdienaar. [N 96B (1989)] III-3-3
adamsappel bierknop: beerknóp (Geleen) adamsappel [N 10 (1961)] III-1-1
adem adem: oam (Geleen), asem: oasem (Geleen) adem [SGV (1914)] III-1-1
ademen ademen: oademe (Geleen), ademhalen: aom haole (Geleen), oam hŏlen (Geleen) ademen [N 10a (1961)], [SGV (1914)] III-1-1
ader ader: aor (Geleen, ... ), aore (Geleen), oader (Geleen) ader [N 10a (1961)], [SGV (1914)] || aderen [SGV (1914)] III-1-1
administratief personeel kantoorlui: kantǫarlȳ (Geleen  [(Maurits)]   [Zwartberg]), kantoorman: kantǫarman (Geleen  [(Maurits)]   [Maurits]) De beambten hadden op de mijn vergeleken met de arbeiders op tal van punten een bevoorrechte positie. Zij kregen tijdens ziekte geen controle van de door de kompels gehate ziekencontroleur (Dieteren 1984 pag. 67). Verder waren zij op de mijn "penningvrij", kregen meer en betere deputaatkolen en gratis mijnkleding. Op hun beurt waren de ondergrondse beambten weer bevoorrecht ten opzichte van de bovengrondse beambten. Hun salarissen lagen duidelijk hoger (Dieteren 1984 pag. 67). In het lemma komen algemene benamingen voor maar ook benamingen die meer schertsend of spottend zijn. [N 95, 979] II-5
admiraalsvlinder roepepel: roepepel (Geleen) admiraal of atalantavlinder [DC 18 (1950)] III-4-2
advent advent (<lat.): advent (Geleen) De tijd van vier zondagen voor Kerstmis (Advent, kleine vasten). [N 96C (1989)] III-3-3
afbikken stenen aftrekken: štęjn āftrɛkǝ (Geleen  [(Maurits)]   [Maurits]) Loshangende stenen verwijderen die na het bewerken van het gesteente aan de zijwand of het dak van de mijngang zijn blijven zitten. [N 95, 450; N 95, 298; monogr.; Vwo 24; Vwo 40; Vwo 55] II-5
afdak afdak: aafdaak (Geleen) afdak [SGV (1914)] III-2-1