e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

Gevonden: 6601

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
abortus, verwerpen verwerpen: verwerpen (Sittard) Het uitdrijven van de vrucht voordat de normale draagtijd is verstreken en het jonge dier zijn volkomen ontwikkeling heeft bereikt. [A 48A, 9] I-11
abrikoos appelkoos: abbelekoos (Sittard), appelkouw: abbelekouw (Sittard), ablekouw (Sittard) I-7
accijns accijns (<lat.): accijns (Sittard) de belasting op etenswaren [accijns] [N 90 (1982)] III-3-1
accijnsgewicht accijnsgewicht: aksęjnsgǝwext (Sittard) Het gewicht van een te slachten rund, zoals dat bij de belastingdienst moet worden aangegeven. [N 28, 1] II-1
achterbodem bodem: bǭm (Sittard) De achterste bodem van een bierton tegenover de voorbodem. [N 35, 94] II-2
achterdocht erg: ärg (Sittard), wantrouwen: wantroewen (Sittard) achterdocht [SGV (1914)] III-1-4
achtereen, na elkaar achtereen: achterein (Sittard) achtereen, na elkaar III-4-4
achtergebleven hooi harken reken: rękǝ (Sittard) Wanneer het hooi is binnengehaald werd soms nog eens het hooiland afgeharkt om het achtergebleven hooi te verzamelen. [N14, 122; A 34, 4 add.] I-3
achterhaam achterhaam: ɛxtǝrhām (Sittard) Samenstel van riemen dat op het achterwerk van het paard wordt gelegd en dient om de kar achteruit te stoten. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 74; monogr.] I-10
achterhand van het paard (het) achterste: ɛxǝštǝ (Sittard) Het achtergestel van een paard, in tegenstelling met de voorhand of het voorste deel (3.1.3), en het middendeel of de middenhand (3.3.5). [N 8, 13 en 32.9] I-9