e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L320a plaats=Ell

Overzicht

Gevonden: 5012

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
acoliet acoliet: akkeliet (Ell) Een acoliet, een oudere misdienaar. [N 96B (1989)] III-3-3
adamsappel keelsknop: kailsknoup (Ell) adamsappel [N 10 (1961)] III-1-1
adelaarsvaren reinvaren: eigen spellingsysteem  reinvaart (Ell) Adelaarsvaren, (pteridium aquilinum). Grote, forse varenplant met een dikke, zwarte, diep in de grond kruipende wortelstok, waarin van afstand tot afstand sterk samengestelde veren rijzen, die op gunstige groeiplaatsen wel meer dan 2 m hoog kunnen worden. [N 92 (1982)] III-4-3
ademen ademen: aome (Ell) ademen [N 10a (1961)] III-1-1
ader ader: oar (Ell) ader [N 10a (1961)] III-1-1
advent advent (<lat.): advènt (Ell) De tijd van vier zondagen voor Kerstmis (Advent, kleine vasten). [N 96C (1989)] III-3-3
afborstelen rauw voegen: ruw vugǝ (Ell) De in de voeg aangebrachte, nog natte mortel afborstelen. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Borstelwerk'. [N 32, 34c] II-9
afdingen pingelen: pinkele (Ell, ... ) beknibbelen, Op de prijs ~, de prijs omlaag trachten te drukken [afpeekele, afprengelen, afpenkelen, pingelen?] [N 21 (1963)] || proberen minder te moeten betalen dan de gevraagde prijs [afdingen, afpingelen, afpekelen, penkeren, prengelen, pingelen] [N 89 (1982)] III-3-1
afgetrokken zeug afgezoken zeug: āf˲gǝzokǝ [zeug] (Ell) Een door het veelvuldig zogen vermagerde zeug. In vraag N 19, 22 werd gevraagd naar "een zeug die vermagerd is door ...", dus naar een zelfstandig begrip. In dit lemma is de nadruk gelegd op de eigenschap "vermagerd" en is het zelfstandig naamwoord zeug niet gedocumenteerd. Voor de documentatie van de verschillende woordtypen voor "zeug" en de bijbehorende dialectvarianten zie het lemma ''zeug'' (1.2.5). [N 19, 22; monogr.] I-12
afgunst jaloersigheid: sjeloezigheid (Ell) Afgunst, jaloezie. [N 96D (1989)] III-3-3