e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aanbidding van het allerheiligste aanbidden (ww.): aanbaeje (Venlo), aanbidden van het allerheiligste: `t aanbeaje van `t allerheiligste (Lutterade), t aābééëne van t allerhilligste (Nieuwenhagen), t abèè van t allehelligste (Gulpen), aanbidding: aanbaejing (Baarlo, ... ), aanbeejing (Opglabbeek), aanbidding (Achel, ... ), aanbíddíng (Schimmert, ... ), aonbidding (Maastricht, ... ), ānbēͅjeŋ (Ophoven), daen daag is aanbidding (Heel), de aanbidding (Nieuwenhagen), oanbiddieng (Sint-Truiden, ... ), oanbidding (Sint-Truiden), ènbidding (Loksbergen, ... ), niet: aonbeijing  aanbidding (Maastricht), aanbidding van het allerheiligste: aanbaejing van t allerheiligste (Thorn), aanbeijing van ut allerheiligste (Roggel), aanbidding van `t Allerhèlligste (Klimmen), aanbidding van et allerheiligste (Peer), aanbidding van het allerheiligste (Baarlo, ... ), aanbidding van t allerhilligste (Nieuwenhagen), anbidding van et allerhelligste (Venray), anbidding van het allerhelligste (Merselo), aonbidding vaan `t allerheiligste (Wijk), aonbidding vaan ut allerheiligste (Maastricht), de aanbidding van het allerheiligste (Eigenbilzen), de aonbidding vaan `t allerheiligste (Maastricht), də ābɛ̄noŋ van ət alərheləchste (Montzen), ɛnbedeŋ van ət alərheͅlexstə (Meijel), aandacht: aandagt (Kerkrade), beden: baeje (Reuver), bedens: beens (Eksel), persoonlijke bezinning: persoonluk bezinning (Meijel), uitstelling: oetsjtelling (Baarlo, ... ), uitstelling met aanbidding: oeëtsjtelling mit aanbidding (Hoensbroek), uitstelling van het allerheiligste: oetsjtèlling van `t allerheiligste (Schinnen), oetstèling vaan ət àlərheiligstə (Maastricht), oëtsjtelling van het allerheiligste (Koningsbosch), uurbidden: uurbidden  oerbidden (Jeuk) Altijddurende/gedurige aanbidding van het Sacrament des Altaars. [N 96B (1989)] || De aanbidding van het Allerheiligste. [N 96B (1989)] || Een aanbiddingsuur of bidstonde, aan elk van de wijken of groeperingen van de parochie toegewezen gedurende deze aanbiddingsdagen [bidstond, bèèjstónd, be------nsjtónd?]. [N 96B (1989)] || Een dag van aanbidding van het Allerheiligste in de loop van het jaar, per parochie verschillend [biddag, bèèjdaag?]. [N 96B (1989)] || Een monstrans, een gouden of zilveren, meestal zonvormig vaatwerk waarin de H. Hostie ter aanbidding wordt uitgesteld. [N 96B (1989)] || Het veertigurengebed: de drie dagen = veertig uur durende aanbidding van het uitgestelde Allerheiligste, gehouden b.v. tijdens de carnavalsdagen. [N 96B (1989)] || Uitstalling, uitstelling van het Allerheiligste [oessjtellóng van t allerhillieg-ste?]. [N 96B (1989)] III-3-3