e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bijten van de zaag bijten: bītǝ (Heel, ... ), derdoor vallen: dǝrdørǝx ˲valǝ (Mechelen), fijn snijden: fęjn šnīǝ (Herten), goed bijten: gut˱ bęjtǝ (Leopoldsburg), goed gesteld zijn: (de zaag) ęs ˲gōt ˲gǝstɛlt (Bilzen), goed lopen: gōt lǫwpǝ (Herten), goed scherp zijn: (de zaag) ęs ˲gūt šɛr(ǝ)p (Bilzen), goed snijden: gu snęjǝ (Tessenderlo), snijden: snījǝ (Venlo), šnīǝ (Reuver), wie sokker snijden: wi tsukǝr šniǝ (Bleijerheide) Het soepel door het hout gaan van de zaag. [N 53, 28d-e] II-12