e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de eg regelen (de eg) laden: lāi̯ǝ (Horst, ... ), (de eg) stemmen: štømǝ (Margraten), aanladen: ánlāi̯ǝ (Aijen, ... ), beladen: bǝlāi̯ǝ (Cadier), de eegketten langer/korter maken: dǝ ē̜xkętǝ laŋǝr/kǫrtǝr mākǝ (Margraten), de ketting langer/korter hangen: dǝ kęteŋ laŋǝr/ kó ̞tǝr hai̯ŋǝ (Simpelveld), de trekhaak lang/kort zetten: dǝn trękhǭk lãŋk/kǫrt ˲zętǝ (Aijen), dieper/dreger zetten: dēpǝr/drēgǝr zę.tsǝ (Simpelveld), op de juiste diepte zetten: ǫp ˲dǝ žystǝ dēp˱dǝ zętǝ (Cadier), op gen kop gaan: ǫp ǝnǝ kǫp ˲gōǝn (Margraten), op gen kop werken: op ǝnǝ kǫp werǝkǝ (Margraten), regelen: rē̜ ̝gǝlǝ (Rijckholt), strijpen maken: štrīpǝ mākǝ (Margraten), verschevelen: vǝrsxē̜ ̞vǝlǝ (Merselo), verzwaren: vǝrzwǭrǝ (Middelaar, ... ), zich luchten: zex løxtǝ (Margraten), zich nagaan: zex nǭgōǝn (Margraten), zich nalopen: zex nǭlōpǝ (Margraten) Men kon de eg de gewenste (diep)gang geven, door de lengte van de egketting te wijzigen of door de haak ervan op een ander punt met de eg te verbinden of hem in een andere gleuf van de egkam te zetten. Zo nodig werd de eg verzwaard met graszoden, een zak aarde of iets dergelijks. [N 11A, 158; monogr.] I-2