e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de oven op temperatuur brengen bakhits: bakhits (Waubach), bakhitte: bakhitte (Hout-Blerick, ... ), gloeiendig stoken: glȳǝtǝx stūǝkǝ (Genk), heetmaken: hɛjt mākǝ (Rekem), heetstoken: hit stǫwkǝ (Sint-Truiden), hēt stuǝkǝ (Zepperen), hęjt stōkǝ (Leuken), hęjt stūkǝ (Maaseik), hętstǭkǝ (Ottersum), heten: hētǝ (Bilzen), hęjtǝ (Stein), op de juiste hits brengen: op dǝ jøstǝ hets breŋǝn (Kaalheide), op hits brengen: op hets breŋǝn (Rumpen), op hętz breŋǝ (Swalmen), op hits zijn: (de oven) es op hets (Wittem), op temperatuur brengen: op tęmpǝratūǝr breŋǝ (Kerkrade), op warmte brengen: op wørmtǝ breŋǝn (Houthalen), op zijn graden brengen: op zǝn growǝdǝn brɛŋǝn (Lommel), opstoken: opstōkǝ (Maastricht), opstōǝxǝ (Kerkrade), opstǭkǝ (Venlo), opstǭkǝn (Bevingen), opstǭǝkǝ (Beek), opštoakǝ (Voerendaal), opštoękǝ (Gulpen), opštø̄kǝ (Brunssum), opštǭkǝ (Herten, ... ), ǫpstuwákǝn (Munsterbilzen), opvoeren: opvø̄rǝ (Ulestraten), stoken: stōkǝ (Meijel, ... ), stǫkǝ (Leuken, ... ), stǭkǝ (Geulle, ... ), štōxǝ (Bleijerheide), štǭkǝ (Jabeek, ... ), warmen: wɛrmǝ (Heerlen), warmstoken: wɛrm stōkǝ (Neerpelt), wɛrm štōkǝ (Helden, ... ), wɛrm štǭkǝ (Eys), wit moeten uitslaan: (de hemel) mot wet ūtslun (Maaseik), wit moeten zien: (de hemel) moet wit zien (Koersel), witmaken: wet mākǝ (Bocholt, ... ), witstoker: wetstōkǝ (Stokrooie), wetstūkǝ (Gronsveld), wetštōkǝ (Rothem), wit stūkǝ (Oost-Maarland), witstoken (Heugem) Voor het bakken moet de oven op tempera-tuur gebracht worden. Volgens de informant van L 269a is die juiste temperatuur ¬± 200¬∞C. De laatste twee woordtypen geven de benaming voor die goede hitte. Volgens verschillende informanten moet de oven zo lang gestookt worden, totdat de wanden of de hemel van de oven wit worden. Met de vrije hand werd vroeger gecontroleerd of de baklucht heet genoeg was (volgens informant van L 291), tegenwoordig gebeurt dat controleren met de thermostaat (volgens informant van Q 121). [N 29, 9; N 29, 10] II-1