e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een paard beslaan beslaan: baslø̄ ̝.n (Heks), baslø̄.n (Helchteren), baslǫ.ň (Ordingen, ... ), bǝsle.n (Martenslinde), bǝsle̜.n (Waltwilder), bǝsle̜n (Grote-Spouwen), bǝsloǝn (Montenaken), bǝslu ̞ǝ.n (Alken, ... ), bǝslue̜.n (Val-Meer), bǝsluǝ.n (Gelinden, ... ), bǝslwe̜n (Eigenbilzen), bǝslø ̞n (Heusden), bǝslø.n (Berg, ... ), bǝslø.ň (Koninksem, ... ), bǝsløǝn (Hees), bǝslø̄.ǝn (Hoepertingen, ... ), bǝslø̜̄.n (Wintershoven), bǝslø̜.n (Beverst, ... ), bǝslø̜j.n (Bommershoven, ... ), bǝslø̜jn (Broekom, ... ), bǝslø̜n (Beringen, ... ), bǝslø̜ň (Kermt, ... ), bǝslō ̝n (Vorsen), bǝslō ̝o.n (Meeswijk), bǝslō ̝ǝ.n (Leut, ... ), bǝslō ̝ǝn (Brustem), bǝslō ̝ǫ.n (Kozen), bǝslō.n (Berlingen, ... ), bǝslōǝ.n (Bilzen, ... ), bǝslōǝn (Aalst, ... ), bǝslő.n (Godschei), bǝslőň (Koersel), bǝslő̜ň (Berbroek, ... ), bǝslū ̞o.n (Lummen), bǝslū.on (Rukkelingen-Loon), bǝslūǝ.n (As, ... ), bǝslű.n (Herderen), bǝslű̄.n (Grote-Brogel), bǝslű̄ǝ.n (Beek, ... ), bǝslű̄ǝn (Opglabbeek, ... ), bǝslǫ (Meijel), bǝslǫ.n (Bilzen), bǝslǫn (Kortessem), bǝslǫň (Godschei, ... ), bǝslǭ.n (Bree, ... ), bǝslǭ.ǝn (Kinrooi, ... ), bǝslǭn (Castenray, ... ), bǝslǭǝ.n (Achel, ... ), bǝšlonǝ (Eupen), bǝšluǝ (Montzen), bǝšlūn (Eijsden), bǝšlūǝ (s-Gravenvoeren), bǝšlǫa (Bleijerheide, ... ), bǝšlǫan (Bocholtz), bǝšlǫn (Vijlen), bǝšlǫǝ (Gulpen, ... ), bǝšlǭ.n (Sittard), bǝšlǭ.̜n (Boukoul, ... ), beslagen: bǝslã.gǝ (Paal), bǝslãgǝ (Meldert), bǝslāgǝ (Halen, ... ), bǝslǭgǝ (Berverlo, ... ), bǝslǭgǝn (Oostham), het/een paard beslaan: e̜i̯ pē̜̜rt˱ bǝšlǭn (Herten), hǝt pē̜rt bǝslǭn (Ell), ęjn pe̜rt˱ bǝslǭn (Boekend), ǝ pē̜rt bǝšlǭn (Obbicht), ǝ pē̜rt˱ bǝslǭn (Echt), ǝn pē̜rt˱ bǝslǭn (Maasbree), ǝt pēǝrt˱ bǝšlōǝn (Margraten), ronderom beslaan: rōntǝløm bǝslǭn (Castenray, ... ), vierkant beslaan: vērkantj˱ bǝslǭn (Ospel), vierkantig beslaan: vērkęjnjtjex˱ bǝslǭ.n (Tongerlo), vērkɛnjtex˱ bǝšlǭn (Guttecoven), vērkɛntjex˱bǝslǭ.ǝn (Kinrooi) Een paard van hoefijzers voorzien. Tijdens het beslaan wordt het paard in de hoefstal van de smidse geplaatst. De hoefsmid verwijdert eerst met behulp van de hoefhamer en de hoeftang het oude hoefijzer. Vervolgens bewerkt hij de hoef door middel van het hoefmes en de hoefrasp. Het nieuwe hoefijzer wordt gewoonlijk warm gepast. Daarvoor wordt het gelijkmatig donkerrood verhit en enige ogenblikken tegen de besneden hoef gehouden. Het ijzer moet overal dicht tegen de hoef passen; aan onverbrande plaatsen onder de hoef kan de smid zien dat deze nog met de hoefrasp moet worden bijgewerkt. Het ijzer wordt met hoefnagels aan de hoef bevestigd. De nagels worden daartoe eerst met behulp van de beslaghamer door de hoef geslagen. Dan worden de uitstekende uiteinden van de hoefnagels met de hoeftang tot op 3 mm afgeknepen. Het gedeelte van de hoefnagel dat nog uitsteekt, wordt vervolgens omgeslagen in een uitholling van de hoef die door middel van de onderkapper is gemaakt. Tot slot wordt de hoef soms nog met de hoefrasp bijgewerkt. [JG 1a; JG 1b; N 100, 17; monogr.] II-11